waar de Britse garnizoenen waren gele
gerd, werden maandenlang belegerd door
de Boeren. Bij de inval in Natal was ook
een 'Hollanderkorps' met Nederlandse vrij
willigers betrokken.
Naijver jegens Engeland en nationalisme
vormden voor de Nederlandse regering en
bevolking een sterke voedingsbodem om
Aanvoerders
Generaal Louis Botha (1869-1919) had als
schapenboer weinig militaire ervaring,
maar hij ontpopte zich als een briljant aan
voerder van de Boerentroepen en speelde
een leidende rol bij overwinningen op de
Engelsen in Ladysmith, Colenso en Spion
kop.
Militairen en toeschouwers bij de Stationsbrug
te Middelburg wachten de generaals op.
(Zeeuws Archief, Historisch-topografische atlas
Middelburg, B 301)
met de Boeren te sympathiseren. Daaraan
koppelde men vaak (en gemakkelijk) een
romantische verering voor de Boeren als
patriarchale, eenvoudige plattelandsmen
sen. Na 1902 ebde in Nederland de feite
lijke belangstelling voor zuidelijk Afrika
snel weg, al bleef een gevoel van sympa
thie alom bestaan.
De Britten heroverden het land in juni 1900
en weerloze vrouwen en kinderen - maar
ook hun zwarte landarbeiders - werden
door de Engelsen onder erbarmelijke
omstandigheden in opvangkampen gecon
centreerd. Met Europese sympathie zetten
de Boeren na de verovering van hun land
door de Britten de guerrillaoorlog voort.
Daarin speelde Jacobus Hercules de la
Rey (1847-1914), die wél was opgeleid als
militair, een prominente rol. Hij overwon in
maart 1902 bij Tweebosch de Engelse
bevelhebber Lord Methuen. Op 31 mei van