uiteen moest gaan als er meer dan twintig mensen aanwezig zouden zijn. K. Wielemaker schrijft over het verloop daarvan in zijn boekje Biggekerke, Zijn burgerlijke en kerkelijke geschiedenis het volgende: "Niet altijd was deze prediking zonder stoornis verloopen: bij Wijnand moet 't gebeurt zijn dat de vergaderden bij werd tot zestien maanden gevangenisstraf wegens het houden van niet-toegestane godsdienstoefeningen. Op 29 november werden ze vastgezet. Tot overmaat van ramp waaide op 30 november het rieten dak van Wijnands schuur. Het waren moei lijke tijden voor de familie Wijnand. Geluk kig voor hen betaalden de Afgescheidenen de boete en kwamen Wijnand en Wisse na drie maanden vrij. Adriana van Sparrentak, Wijnands vrouw, overleed in maart 1846. De boerderij was eigendom van haar en de erfgenamen van Pieter Moens, haar schoonvader. Bij testa ment had zij bepaald dat Wijnand de boer derij als eerste mocht kopen tegen de getaxeerde waarde. Hij wilde of kon dat niet, want op 20 november 1846 werd de boerderij geveild. Het is dan vijftig jaar na de vorige verkoop van 't 'of, en we zien dat in die halve eeuw opvallende veranderin gen hebben plaatsgevonden. Ging eerder alles nog uit de overloper (een soort Het "of, gezien vanuit het noordoosten, zomer 2002. (Foto Leo Hollestelle) de komst van de dienaren der Overheid de schuur door de eene deur verlieten, doch ze straks weer door een andere binnengin gen en Wijnand achte zich verplicht, scherp gereedschap te verwijderen, vree- zende, dat met name de Arnemuische broederen weieens geweld met geweld konden keeren." Of de vrees van Wijnand bewaarheid is geworden, is niet bekend. Wel weten we dat hij samen met Wisse van het Hof Grijpskerke in november 1836 veroordeeld

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 24