verd. Het is mogelijk dat er binnen de fami lie problemen waren over de opvolging doordat zonen en schoonzonen graag als boer verder wilden. In elk geval is er van een overdracht aan zoon Kornelis, de vol gende bewoner, geen sprake. In de advertentie voor de veiling stond dat er 17 hectare (43 gemet, 100 roede) in 32 kon blijven varen. De prijs voor de geveilde grond inclusief kosten kwam op 1.240,- per hectare. Tien dagen later, op 27 juni, verkocht Job onderhands aan zijn zoon Kornelis de hofstede met ruim drie hectare grond voor 3.790,-, een prijs die nauwe lijks hoger was dan wat de grond op de veiling opgebracht had. De gebouwen had- Deze luchtfoto uit 1952 geeft een goed beeld van de boerderij. De schuur lijkt wel op een broedende kip. (Coll. K. Dekker) percelen ter verkoop aangeboden werd. Op de publieke veiling werd tien hectare grond in achttien percelen geveild. Daar voor waren de grotere percelen gesplitst. Zo kreeg je meer bieders. Die splitsing had tot gevolg dat er recht van overpad geves tigd moest worden om op sommige perce len te komen. Op die manier ontstond soms een nieuw wegeling dat je op geen enkele kaart terugvindt. Bij enkele percelen moest er ook rekening mee gehouden wor den dat de eigenaar van het achterliggen de perceel met zijn schuit door de sloot den blijkbaar nog steeds geen waarde, althans, we kunnen het niet opmaken uit de akte. Er werd in het koopcontract bepaald dat de koper de zuidelijke kamer van de hofstede pas op 3 mei 1897 in gebruik mocht nemen. Een reden daarvoor zou kunnen zijn dat Job vijftig jaar op de hofstede wilde volmaken, want die dag valt precies vijftig jaar na de aanvaarding van de hofstede op 3 mei 1847. Of Job er ook echt bleef wonen, is niet duidelijk. Granen en droge bonen Aan zijn schoonzoon Pieter Francke ver kocht Job een arbeiderswoning met 3,8 hectare grond voor hetzelfde bedrag als Kornelis moest betalen: 3.790,-.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 26