Het onroerend goed was nu verkocht. De
inspan en de veldvruchten kwamen nog.
Dat gebeurde op 8 en 10 juli. Uit de
opsomming in de veilingakte kunnen we
opmaken hoeveel grond Job ongeveer
beboerde. Uit de verkopen van hooigras en
etgroen (de tweede snede weidegras) blijkt
dat er ongeveer vijftien hectare grasland
was en uit de lijst van aangeboden akker
bouwgewassen kunnen we opmaken dat
er ongeveer zestien hectare bouwland
was. Naast de eigendom had Job dus nog
ongeveer dertien hectare in pacht.
Wat werd er op dat bouwland verbouwd en
nu geveild? De oppervlakten zijn in hecta
ren: tarwe 4,21, gerst 0,4, haver 1,24, witte
bonen 2,42, bruine bonen 0,69, paardebo-
nen 2,07, erwten 1,44, kroonerwten 0,53,
koolzaad 1,78, aardappelen 0,61, mangels
en peen 0,27, klaver 0,55. Granen en
droge bonen waren dus de belangrijkste
gewassen.
Bij de veiling van levende have en inventa
ris werden zeven melkkoeien, jongvee en
mestvee geveild. Opvallend is dat ook bij
Wijnand in 1847 zeven koeien werden
geveild, en later bij de overdracht door
Kornelis Dekker in 1936 komen we dit aan
tal weer tegen. Is dat toevallig of was dat
het aantal melkkoeien dat bij deze bedrijfs-
grootte hoorde?
Hoe het ook zij, Kornelis kon nu voor zich
zelf gaan boeren. Hij had op de veiling nog
1,3 hectare grond gekocht en zodoende
had hij nu de hofstede met 4,3 hectare in
eigendom. Hij zal waarschijnlijk grond
gepacht hebben, anders begon hij met wel
erg weinig.
Het waren drukke tijden voor Kornelis Dek
ker, want op 17 juli trouwde hij met Katha-
rina Simonse uit Biggekerke. Zij bleven tot
1936 boeren op 't 'of in den 'oek.
In deze periode werd het isolement van de
hofstede gaandeweg minder. In de wegen
legger uit 1884 lezen we dat de weg van
Biggekerke naar Krommenhoeke een aar
den weg was van 2,6 meter breed met aan
elke kant een wegkant van 1 meter, bij
elkaar ongeveer 5 meter. Over de Melis-
kerkse watergang lag een heul, een brug
dus, met een breedte van 2,15 meter.
Daarnaast had je de voetpaden die meest
al voor een kortere verbinding zorgden en
langer droog bleven. In 1904 kwam er ver
betering. Tussen Biggekerke en Meliskerke
werd de weg verhard, de eerste kilometers
richting Krommenhoeke waren daardoor
verharde weg. Twintig jaar later werd de
weg doorgetrokken tot en met Krommen
hoeke. In 1930 werd de rest van wat nu de
Hoogelandseweg heet door de gemeenten
Grijpskerke en Biggekerke verhard en hier
en daar rechtgetrokken. Het 'of lag toen
nog driehonderd meter van de verharde
weg. Dat probleem loste Kornelis zelf op
door een verharde baan aan te leggen
naar de Hoogelandseweg. Inmiddels was
het gemaal Boreel in gebruik genomen,
zodat ook de wateroverlast in najaar en
winter sterk verminderde. Hoogelande en
Krommenhoeke werden nu ook in najaar
en winter beter bereikbaar.
Inundatie
In de jaren dat Kornelis Dekker boerde,
verwierf hij ongeveer twintig hectare in
eigendom, zo blijkt bij de overdracht van
het bedrijf aan zijn zoon Job in 1936. Het
was toen 24 hectare groot. De pacht die
het eerste jaar betaald moest worden, was
95,- per hectare. Dit keer was er dus
geen veiling maar een onderhandse over
dracht.
De inventaris van de overdracht is niet