Over hoepelen en vliegeren DE SCHAATSENRIJDER Veerse straatspelletjes in de jaren dertig van de vorige eeuw 1 1847/'48 reageren op een advertentie in de Middelburgsche Courant. Op 30 december 1847 meldde deze krant: De Vlissingse Watergang liep in die tijd vanaf de zuidkant van Middelburg richting Vlissingen en kwam daar uit in de gracht. £)oor GEBR. TAATS, te Amersfoortis nu juist uitge geven en alom verkrijgbaar gesteld OF ZEKERE II4KREEIBIKC om in korten tijd zonder gevaar fraai TE LEEREN SCHAATSENRIJDEN. Door A. v. D. Met Afbeeldingen. Prijs 40 cents. Een aardig Boekje welks inhoud zoo wel aan vlugge als aan eerstbeginnende Schaatsenrijders zal voldoen. Verder debiteren zij met succes Uebungsschule im Lesen fremder Qdeutscber Handschriften. ij Heft. .25 cents. TEK DRUKKERIJ VAN BE GEBROEDERS ABRAHAMS. Geraadpleegde bronnen: - D.f. van der Ven, 'De herleving van het Nederlandsche Volksspel', ca. 1945. - Middelburgsche Courant, 19 januari 1847 en 30 december 1847. Frans van den Driest In mijn jeugd was het op straat spelen door kinderen een heel normaal verschijn sel. Het gros van de jongens en meisjes deed dat. Anno 2003 is dat heel anders. Ik heb de indruk dat de kinderen nog maar weinig op straat spelen, al las ik in de PZC van 12 november 2002 dat buitenspelen voor kinderen van zes tot en met twaalf jaar nog steeds de favoriete bezigheid is. Toch kiezen ze steeds meer voor spelletjes op de computer en tv-kijken. Als je kinde ren in een stille straat ziet spelen, dan zijn ze meestal bezig met voetballen, skeele ren of skateboarden. Vroeger was de straat van ons jongeren, nu niet meer. Toegegeven, in mijn jeugd was spelen op straat nog mogelijk omdat het gemotori seerde verkeer bij lange na niet zo inten sief was. Bovendien waren er nog geen computerspelletjes, geen internet en er was ook geen televisie. Helaas moeten we vaststellen dat de straatspelletjes van toen zo goed als ver dwenen zijn. Ouderen onder ons zullen zich - net als ik - nog wel veel spelletjes uit hun jeugd herinneren. Ik ben in gedach ten teruggegaan in de tijd. De beelden van toen heb ik opgeschreven. Ik moet zeggen: wat waren we bezige baasjes! Ik heb het voorrecht gehad mijn jeugd in Veere te mogen doorbrengen. Ons speelareaai was zeer uitgebreid: wallen, zeedijk, vesten, Stenen Beer, sloten, weilanden, kaai en sluizen boden ideale speelgelegenheden. Vanzelfsprekend waren bepaalde spelle tjes seizoensgebonden, zoals schaatsen, sleetjerijden en zwemmen. Wij kenden een hoepeltijd, een vliegertijd enzovoorts. Zon-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 43