Zuidwest-Nederland: een honderdtal beurt
schippers had er rond 1930 zijn vaste lig
plaats. Ze kwamen uit West-Brabant, de
Langstraat, de Zuid-Hollandse eilanden en
ruim vijftig ervan voeren op Zeeuwse
havens en haventjes: Breskens, Middel
burg, Sirjansland, Schore, Kruispolder en
nog veel meer. Er zijn heel wat plaatsen bij
die nu niet meer over een haven beschik
ken.
Na een algemene inleiding over het beurt
varen laat Koppejan de 123 beurtdiensten
die hij heeft kunnen traceren - het moet
een enorm werk geweest zijn - stuk voor
stuk de revue passeren. Tussen de lopen
de tekst door, die is opgebouwd rondom
interviews met leden van schippersfami-
lies, zijn aparte artikeltjes ingevoegd met
daarin de technische gegevens van steeds
één beurtschip. Die aparte stukjes zijn dus
bestemd voor scheepvaartliefhebbers.
Omdat dezelfde drukletter gebruikt is voor
beide soorten tekst, moet de lezer soms
goed opletten waar de doorgaande tekst
weer verder gaat.
Sturen en turen bevat een schat aan gege
vens en bevestigt weer eens hoe waarde
vol oral history kan zijn: het verzamelen
van materiaal over het verleden door een
beroep te doen op het geheugen van oog
getuigen. Zeker wanneer dat niet betrek
king heeft op eenmalige gebeurtenissen
maar op het dagelijks leven, is deze
methode erg betrouwbaar. Voor de lezer
gaat een wereld open: die van de binnen
vaart. De beurtvaart, om precies te zijn,
want 'relatievaart' (voor een vaste op
drachtgever) en 'particuliere vaart' (voor de
beurs) komen maar zijdelings ter sprake.
Beurtvaarders hadden een vergunning uit
sluitend voor de vaart tussen twee plaat
sen met de daartussen liggende havens.
De verhalen in het boek beginnen meestal
ergens rond 1900 en stoppen in de jaren
1950, '60 of '70, toen de beurtvaart door
de concurrentie van de vrachtauto moest
ophouden. Aan de orde komen onder
andere de vervoerde waren, de handel, de
aanschaf van schepen, verbeteringen
zoals de motorisering, de contacten met
andere schippers en natuurlijk het leven op
een beurtschip. In elk interview komt de
oorlogsperiode (1940-1945) min of meer
uitgebreid aan de orde: spannende tijden
voor de schippers met beschietingen, inbe
slagname, varen in konvooi, clandestiene
handeltjes en soms ook onderduikers die
tussen het meel vervoerd werden. Daarna
volgt de korte opbloei van de beurtvaart in
de paar jaren na 1945, toen de infrastruc
tuur van Zuidwest-Nederland nog niet her
steld was.
Al met al heeft Koppejan een mooi stuk
sociale geschiedenis vastgelegd waarover
tot nu toe weinig was geschreven. Walche
ren is in het boek vertegenwoordigd met
een artikel over de vier generaties Vermeu
len die tussen 1840 en 1967 met twee
schepen een beurtdienst onderhielden tus
sen Middelburg en Rotterdam. "Als het ene
schip van Vermeulen in de loop van zater
dag in Middelburg binnenliep, lag het
andere alweer klaar voor vertrek." De pro
vinciehoofdstad komt ook in het gedeelte
dat gaat over de beurtdiensten binnen
Zeeland (dus niet op Rotterdam of Dor
drecht) dikwijls ter sprake.
Buitengewoon geslaagd is het fotomateriaal
in het boek, dat echter meestal wat klein is
afgedrukt. Dat komt natuurlijk omdat de uit
gever zoveel mogelijk oude foto's (en som
mige zijn echt heel oud!) wilde opnemen.
Voor mij had er best nog een kaartje met
alle haventjes en scheepvaartroutes aan