van de beschadigingen te voorkomen. Om de plaatsen waar de kruin van de dijk was weggeslagen te herstellen, moesten zak ken worden aangevoerd. Omdat de Polder Walcheren gewoon was een grote hoe veelheid kleizakken in voorraad te hebben, kon hier meteen mee worden begonnen. Bovendien werden de bestellingen bij par- overstroomd. De hoogte van de zeedijken van deze polders was net onvoldoende om het opgestuwde zeewater tegen te hou den. De stormvloedstand bedroeg onge veer 4,50 meter NAP. In de zeedijk van de Oranjepolder waren in de vroege ochtend van de eerste februari al drie gaten ontstaan. De bressen hadden ticuliere leveranciers, die op zaterdag 31 januari en volgende dagen telefonisch wer den gedaan, met grote voortvarendheid, ondanks aanzienlijke verkeersbelemmerin- gen, geleverd. Net niet hoog genoeg Per saldo was de bedreiging van het water het grootst aan de oostzijde en aan de zuidzijde van het voormalige eiland. Aan de oostzijde raakten op het grondgebied van de Polder Walcheren dijkgedeelten ten noorden en ten zuiden van Veere over stroomd. Aan de oostzijde waren ook de dijken van de polders Oranje en Suzanna De zeemuur langs Boulevard De Ruyter in Vlissingen sloeg over een lengte van vijftig meter weg. (Foto J. Henning, Archief Polder Walcheren 1870-1953, inv.nr. 2791, foto 180) een lengte van respectievelijk 110, 80 en 70 meter. Nagenoeg het gehele dijk- lichaam was op die punten weggeslagen, maar dankzij het voorland met een gemid delde hoogte van 1,50 meter NAP ont wikkelden de bressen zich niet tot stroom- gaten. Hetzelfde gebeurde met de zeedijk van de ten zuiden van de Oranjepolder gelegen Suzannapolder, die op twee plaat sen doorbrak.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 7