I l'l Doordat de Suzannapolder in de ochtend van 1 februari volliep, stroomde het water ook over de veel te lage binnendijken van de omliggende poldertjes Wilhelmina, Eli sabeth, Houwer en Clasina. De polders Nieuwerkerke en Rapenburg stroomden ook onder doordat de coupure in de Rijks weg niet gesloten was. Door natuurlijke lozing waren deze polders op 4 maart weer droog, maar de sloten in de polders zaten vol met slib. De plaatsen waar schade ontstond aan de Wal- cherse zeewering en de gebieden die onder water liepen. (Uit: 'Verslag over de Stormvloed 1953' [Rijkswaterstaat 1961], pag. 630) Hansje Brinkers Dijkgraaf M.l. de Vos van de Rapenburg polder deed tijdens de eerste en enige algemene vergadering van de ingelanden (grondeigenaren) van het elf hectare grote poldertje verslag van zijn optreden tijdens de rampdag van 1 februari. Hij vertelde hoe hij manmoedig, als ware hij een Hans je Brinkers, de overstroming van de polder had geprobeerd te voorkomen: "In de vroe ge morgen van de 1 Februari leek het er op als zou de Rapenburgpolder nog kun nen worden gespaard. Toen ik 's morgens vroeg de situatie ter plaatse opnam bleek het dat de polder nog vrijwel droog was maar de duiker en de coupure bij de hof- DRAIN AG EKANAAL WATERWINPLAATS N |7/2 GEINUNDEERD(DOORBRAAK ZEEWERUG GEÏNUNDEERD (DOORBRAAK BINNENDUK) DRAS MET DATUM V^N DROOGVALLING VUSSINGI STROOMGAT IN ZEED'JK MET DATUM VAN SLUITING A: BUfTENTALUD BESCHADIGING ZEEWERING: B: BNNENTALUD DOORBRAAK IN BINNEND'JK DOORBRAAK VN B IT END UINR EGEL

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 8