Vergeten bombardement Het drama in de Middelburgse Eigenhaardstraat op 15 mei 1940 Dat op 17 mei 1940 een groot deel van de binnenstad van Middelburg werd verwoest door een luchtbombardement en een artil leriebeschieting, met als gevolg enorme branden, is alom bekend. Op alle gedenk dagen wordt aan deze ramp gememoreerd in toespraken en krantenartikelen. Ondanks de enorme verwoestingen, waren er betrekkelijk weinig slachtoffers te be treuren. De inwoners van de stad waren enkele dagen tevoren massaal de stad uit gevlucht naar de omliggende dorpen; dit op dwingend advies van de burgemeester. Bij al die herdenkingen en treurnis over de verwoeste stad is het opvallend dat vrijwel nooit aandacht wordt geschonken aan de grote tragedie die Middelburg twee dagen eerder al trof. Vooral de Eigenhaardstraat moest het daarbij ontgelden, een kleine straat met aan weerskanten een rijtje van zo'n veertien vrijwel identieke huizen. Toen daar de meeste bewoners, na de oproep van de burgemeester op dinsdag 14 mei, in paniek wegtrokken, met mede neming van wat zij konden dragen, waren er twee naast elkaar wonende oude echt paren die weigerden om weg te gaan. Het zou volgens hen niet zo'n vaart lopen. Een bezorgde overbuurvrouw wilde de oudjes niet in de steek laten en besloot om ook te blijven. Ze zou hen, bijvoorbeeld bij lucht alarm, gezelschap gaan houden en als dat nodig was ook wat huip bieden. Op woensdagochtend 15 mei loeiden plot seling de sirenes voor het luchtalarm en enkele minuten later vloog een bommen werper boven de stad. Er werd wel op geschoten, maar het afweergeschut was al heel wat minder dan op de eerste dagen van de oorlog. De bommenwerper liet een aantal bom men vallen. De eerste ontplofte schuin tegenover de Koningsbrug, tegen de gevel van een pakhuisje op de Kousteensedijk. Het was de opslagplaats van de grossier- derij op de hoek van de Stationsstraat. Een van de pakhuisknechten - woonachtig in de Eigenhaardstraat - was daar op het moment van de inslag aanwezig en werd gedood. Een tweede bom was een voltreffer op twee huizen in de Eigenhaardstraat. Uit alle andere huizen waren de bewoners gevlucht en juist de huizen waarin de vier oude mensen zaten die niet gevlucht waren, werden getroffen. Zij vonden alle vier de dood. Hun huizen werden totaal vernield. De overbuurvrouw, die op het moment dat de bom doeltrof net de straat overstak op weg naar haar oude overbu ren, werd midden op straat getroffen door waarschijnlijk een bomscherf. Ze was op slag dood en bleef, deerlijk verminkt, mid den op straat liggen. Een derde bom viel wat verderop, in een tuin, waar hij tegen de meters dikke funde ring van een oud graanpakhuis ontplofte. Er ontstond een flinke krater, maar geen schade. Achter die dikke muren in de gewelfde kelder hadden enkele mannen hun toevlucht gezocht voor het luchtalarm. Ze kregen een enorme dreun te verwerken maar bleven ongedeerd. De schrik was echter groot. Er vielen nog enkele bommen op de Los- kade en in het kanaal, zonder noemens waardige schade aan te richten. De bom menwerper verdween en het signaal 'alles veilig' loeide. De vraag welk militair doel de piloot voor

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 10