Een leraar voor jongeheren David Borking, Franse-kostschoolhouder te Middelburg Dit artikel gaat over David Borking, van 1800 tot 1842 Franse-kostschoolhouder te Middelburg. Hij werd in 1775 te Delft gebo ren als zoon van Giliam Borking en Pieter- nella de Waal. In 1792 verhuisde hij naar Roosendaal waar hij, naar we kunnen aan nemen, werk had gevonden als secondant op de Franse kostschool ter plaatse. Toen Jean de Ligny in oktober 1793 aan de Franse school te Zierikzee werd benoemd, nam hij zijn secondant mee. Zo kwam David Borking in Zeeland terecht. Zes jaar later, op 28 oktober 1799, trouw de Borking met de 21-jarige Anna Geertrui Sondorp, waarna het jonge stel naar Mid delburg verhuisde. De voortvarende David had daar al enige maanden eerder een huis aan de Haringplaats (later nummer F57) gekocht. In dit pand begon David zijn eigen "Fransche School voor Jonge Hee- ren". Was hem ter ore gekomen dat A.A. Chrys- tie, die vanaf 1793 de Frans/Nederduitse stadskostschool leidde in de Bogardstraat, Middelburg zou verlaten? Heeft Borking gesolliciteerd naar de vacante post? Het is niet meer te achterhalen, we kunnen slechts gissen. We kunnen er echter zeker van zijn dat de start als zelfstandig school houder in Middelburg voor de jonge David een spannend avontuur is geweest. Zijn gezinsleven verliep niet zonder drama. Op 1 mei 1803 overleed Anna Geertrui, zijn jonge vrouw. Ruim een jaar later her trouwde hij met de 25-jarige Catharina Hertzog. Zij zouden samen tien kinderen krijgen, van wie er zes - waaronder een drieling - vroegtijdig stierven. Na het over lijden van Catharina, op 1 januari 1823, trad David Borking voor de derde maal in het huwelijk. Zijn nieuwe vrouw, Metje Christina Richter, nam de zorg voor het gezin Borking op zich. Huisvesting Het huis dat David Borking in 1799 had gekocht, was groot genoeg om er én in te wonen én er een school in te vestigen. In die tijd was het niet ongewoon dat school houders thuis een paar kamers inrichtten voor hun leerlingen. Borking had evenwel andere plannen. Al op 30 januari 1805 kocht hij voor 50 pond 300,-) in de aan de Haringplaats grenzende Spanjaard straat een tweede, kleiner huis, 't Roode Hert geheten (nu nummer 6-8), waar hij met zijn gezin ging wonen. Woning en school waren, hoewel vlak bij elkaar gele gen, nu gescheiden, wat vanzelfsprekend zijn voordelen had. Tot 1842 is dat zo gebleven. De school floreerde: het aantal leerlingen groeide gestadig en liep zelfs op tot 65. Hoe die school aan de Haringplaats eruit zag, weten we niet. Wel is bekend dat het in Borkings tijd gebruikelijk was dat alle leerlingen in één lokaal bijeen zaten. Ze waren, zoals de wet dat voorschreef, in klassen - niveaugroepen - verdeeld. Vol gens een rooster werd elke klas ten minste eenmaal per dag klassikaal onderwezen. Lesgeven, overhoren en oefenen gebeurde in dezelfde ruimte. De schoolhouder was en voelde zich verantwoordelijk. Hij wilde zicht hebben op het reilen en zeilen van alle leerlingen en ook op de eventuele hulpmeester of kwekeling. Alleen in schoolgebouwen waar enkele honderden leerlingen werden onderwezen - armscho len bijvoorbeeld - waren aparte klasloka-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 12