[refrein] Ri-ra-ri-ra-ri-ra-rom
Riedt de vere-wège
Mee Jaon nae de koekestad
De koekestad, de koekestad,
Mee Jaon nae de koekestad
Aole Dunderdège.
Jaontje klapt is mee den zwiepe
Boven Bruun ze'n rikke,
Vaoder 'ouwt de liende strek,
Dat 'urn nie kan schrikke.
[refrein]
[tekst] Komt, kijkers, kopers, doe als Jantje
en spoedt U naar 't goede Middelburg.
Nu komen van alle kanten.
De kopers, de kijkers, de klanten,
Met wagens, met bussen, met tram en met
trein,
Op Donderdag wil het hier allemaal zijn,
Want dan is het markt op Middelburgs plein!
Donderdag marktdag. (Zeeuws Archief, Hist-
topogr. atlas Middelburg, prentbriefkaarten)
De Markt
[zang] Alle die stalletjes, tenten en kramen
Vormen een kleurig en fleurig taf'reel.
Al de verkopers en kopers tesamen
Zijn er gewikkeld in vrolijk krakeel.
Hoor, hoe ze loven en hoor, hoe ze bieden,
Nergens goedkoper' en betere waar.
Zie, hoe de dametjes zoeken en spieden -
Moeten we hier zijn of vinden we 't daar?
De koopman:
[tekst] Boeren, burgers, buitenlui: hier is
Japie met zijn kopie's:
Kijk eens, wat een prachtpartij, 'k Heb ze
meegebracht bij hopies;
't Kost geen vijftig veertig - dertig
't Kost geen neeg' acht - zeven - zes,
Hier, vooruit, 'k moet op de fles!
Pak ze mee maar, voor mijn part:
Vijf en twintig cent - één kwart.
Eerst wat door de stad flaneren,
En pronken met Zondagse kleren;
De winkels bekijken, wat nieuw is en fijn,
Op Donderdag wil het hier allemaal zijn,
Want dan is het markt op Middelburgs plein!
[tekst] Naar het marktplein gaat alles -
waar een feest van kleur en vrolijk gebruis
de harteklop van de markt verraden!
[zang] Wat z'er verkopen, te veel om te
noemen:
IJzer en koper, modern en antiek;
Potjes en pannetjes, bollen en bloemen,
Middels voor kiespijn en voor reumatiek.
Spiegeltjes, kammetjes, ditjes en datjes,
Lappen van zijde, katoen en fluweel,
Ijskoude ijsco's en warme patatjes -
'k Houd er mee op, want er is nog zoveel.