De twee schoonmakers van de De Ruyterschool
staan hier zogenaamd les te geven. Als je voor
straf moest vegen, moest je je bij hen melden.
Links: A. van den Driest, rechts: H. LuitwMer.
(Foto Kees Storm)
En hét damesbrommertje was toen de
Mobylette. Zij die op het internaat zaten,
mochten alleen een fiets bezitten. Ik herin
ner me dat directeur Brouwer op een voor
lichtingsdag uitlegde waaróm de jongens
alleen een fiets mochten bezitten: stei je
voor, dagelijks zo'n driehonderd brommers
die tegelijk opstarten en wegrijden voor de
school begint!
Als je ouders het internaat niet konden of
wilden betalen, kon je een studiebeurs krij
gen van een scheepvaartmaatschappij. Er
waren toen twee maatschappijen die een
beurs verstrekten, de K.J.C.P.L. (Koninklij
ke Java China Paketvaart Lijnen, later
opgegaan in het Nedlloyd-concern) en
Shell Tankers (thans helemaal onder
Nederlandse vlag verdwenen).
Uniform en haardracht
We liepen op school in een koopvaardij-
uniform! Dat was trouwens op de meeste
zeevaartscholen nog het geval. De mees
ten van ons hadden nog geen meter geva
ren, maar door dat uniform waren we toch
al een beetje deel van de koopvaardij. Een
bijkomend voordeel was dat je als zee
vaartscholier duidelijk herkenbaar was.
Degenen die op het internaat zaten en 'op
weekend' gingen, kregen in dat uniform bij
voorbeeld makkelijker een lift.
Het was de tijd van lang haar, bakkebaar
den en snorren en het kostte de directie en
de internaatsleiding nogal wat moeite om
onze koppen 'kort' te houden. Op maan
dagochtend stond directeur Brouwer
meestal te controleren. Hij sommeerde
ons, wanneer hij dat nodig achtte, naar de
kapper te gaan. Brouwer was een markan
te verschijning en wanneer hij in de hal
stond, was het muisstil!
Opleidingsschip
Als je Mulo-A had, was je wiskundeniveau
te laag om de tweejarige BS-opleiding te
doen. Je kwam dan in de driejarige oplei
ding terecht en in het eerste jaar werd
voornamelijk je wiskundeniveau opgekrikt.
Na dat jaar kon je trouwens ook nog van
studierichting veranderen. Het gevolg was
dat 1 BS III een samenraapsel was van
aankomende stuurlieden, scheepswerk-
tuigkundigen en 'sparksen'. We begonnen
met ongeveer dertig jongens, het eerste