beperkt. Op 9 januari 1946 keerden enkele gevangenen, die in Düsseldorf een auto moesten laten repareren, ondanks het gegeven erewoord niet in Middelburg terug. Op 4 april ontsnapte er een Duitser uit Oranjezon en acht dagen later nog twee. Ze werden bij Hoogerheide opgepakt en naar Walcheren teruggebracht. Geestelijke verzorging De geestelijke verzorging was aanvankelijk toevertrouwd aan Duitse legerpredikanten, maar vanaf maart 1946 aan pater Hoeke uit Rijssen en de gewezen Duitse vlootpre- dikant Fischer van de Evangelische Gemeente Rotterdam. Zij bezochten het kamp om de vier weken en verzorgden een godsdienstoefening. In de tussenliggende weken namen plaatse lijke geestelijken de zorg waar. Deelname aan godsdienstoefeningen was vrijwillig, de opkomst was over het alge meen goed. 's Avonds werden voordrach ten of discussiebijeenkomsten georgani seerd waarvoor ook de nodige animo bestond. Vele gevangenen waren in de nazitijd van de kerk vervreemd geraakt maar kwamen er in het kamp weer mee in aanraking. Op de discussieavonden kwamen onderwer pen als Martin Niemöller, oecumene, de bijbel als het Woord Gods enzovoorts aan de orde, maar het centrale thema was pro faner, namelijk "Warm gehen wir nach Hause?" (Wanneer gaan we naar huis?) De YMCA in Brussel leverde ontspan ningsmateriaal als boeken, muziekinstru menten, spelletjes, sportartikelen en bovendien bijbels en gezangenboeken. Verder waren er contacten met Duitse ker kelijke instellingen, waarbij informatie werd uitgewisseld over vermiste familieleden. Incidenten Voor de Walcherse bevolking was de aan wezigheid van Duitse krijgsgevangenen een vreemde gewaarwording. Nauwelijks was de bezetter weg of hij kwam weer terug, zij het onder andere omstandighe den. Problemen bleven dan ook niet uit. Gevangenen gingen in de buurt van het kamp boodschappen doen of werden in groepjes in de Lange Delft gesignaleerd. Er werd beweerd dat ze tijdens werkzaam heden in Valkenisse exercities uitvoerden, waarbij geschoten werd met de geweren van de bewakers. Ook zouden ze handgra naten uit auto's hebben gegooid. In Zoute- lande werd de barak van de Ordedienst opengebroken en kwam het tot ruzie met de plaatselijke OD-commandant. Verzamel de geweren werden opgepoetst, in Kou- derkerke werd hout gestolen. Ook uit Vlis- singen kwamen meldingen. Daar zag een politieagent Duitsers zonder bewaking aan een nooddijk werken, de bewaker was 'even' naar de gaarkeuken. Dergelijke voorvallen ontgingen de burgerij niet en ze haalden dan ook de kolommen van de PZC en Vrije Stemmen. Er werden berichten gepubliceerd over de discipline bij de Nederlandse bewakings troepen, vooral naar aanleiding van een incident op eerste kerstdag 1945. Toen werd bij de Nederlands-hervormde school aan de Zuidsingel een schildwacht door een kameraad omvergeduwd. De Duitsers stonden dat lachend aan te zien. Vrije Stemmen had over deze kwesties een onderhoud met de commandant, luite nant Wertheim. Zijn verhaal luidde als volgt. Het betrof hier geen gewone krijgs gevangenen maar gecapituleerde troepen die voor een bepaalde tijd een verbintenis waren aangegaan om mijnen te ruimen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 12