gingen akkoord en aan de afwezige aan deelhouders zou worden gevraagd om ook hun medewerking te geven. Hoe dat verder is afgelopen, is niet bekend, maar de spoorboot kon in ieder geval blijven varen. Over het jaar 1867 kon voor het eerst zelfs enige winst geboekt worden dankzij de forse subsidie van het provinciebestuur. Ós Van "Wolfinaartsdijk of Middelburg Katssche veer naar Bergen op Zoom Van Wolphaartsdijk, j Cortgene Bwgou op K» of Katssche veer l Yan YKatssche SeggWB up üün iim J Wolphffartsclijk Middelburg Yan Katssche veer, i Cortgene of Middelburg "Wolphaartsdijk i naar J EERSTE KLASSE. TWEEDE KLASSE. DERDE KLASSE. l.W 2,38 ƒ*•- 1.50 j «.25 ï.as „*.25 2.OT 1.23 1.50 öpW l.fi# Tarieflijst voor reizigers, vastgesteld in 1864. Met pen zijn de wijzigingen aangebracht die van toepassing waren vanaf 1869. (Zeeuws Archief, Archief Zeeuwse Spoorbootmaatschap pij, inv.nr. 31) Toen in 1868 de Staatsspoorweg van Ber gen op Zoom naar Goes doorgetrokken werd, had het geen zin meer om de lijn Middelburg-Bergen op Zoom in stand te houden. Men bleef wel op Zierikzee varen en daarbij mikte men vooral op het reizi gerspubliek dat met de trein in Goes aan kwam of vertrok en verder geen goede verbinding met Walcheren had. De reizi gers die bijvoorbeeld in Goes met de trein aankwamen, konden dan met de omnibus naar Katseveer rijden en vervolgens weer met de boot naar Middelburg varen. Hoe wel het een omweg was, was het vermoe delijk toch te verkiezen boven een reis over land waarbij ook het Sloeveer gepas seerd moest worden. Ook verwachtte men meer reizigers vanuit Schouwen en Duive- land naar Middelburg te kunnen vervoeren. De dienstverlening werd daartoe ook enigszins aangepast en uitgebreid zodat er op sommige dagen twee keer gevaren werd tussen Middelburg en Zierikzee. De aankomst- en vertrektijden van de boot werden ook zoveel mogelijk afgestemd op die van de trein in Goes. Aanvaring Op 21 september 1870 vond er in het havenkanaal van Middelburg een aanva ring van de spoorboot plaats met een boot van de Zeeuwsche Stoomvaartmaatschap pij, de zogenoemde Rotterdamse boot. Bij het passeren van een modderschuit kwa men de beide veerboten met elkaar in aanvaring. Daarbij raakten een van de raderkasten van de spoorboot en ook nog een bolder beschadigd. De schade bedroeg volgens een offerte van Nardt en Luckerhof, een scheepswerf in Zierikzee, 180 gulden. Doordat de boot drie dagen uit de vaart moest - zestig gulden inkomsten derving per dag - kwam de totale schade op 360 gulden. Aan opzet wilde men niet denken, hoewel dat ook niet tot de onmo gelijkheden behoorde want ze waren ten slotte concurrenten, althans wat het traject Middelburg-Zierikzee betrof. De Rotter damse boot voer weliswaar niet op Zierik zee maar had wel een aanlegplaats op Zijpe en zal vaak passagiers uit die hoek van Schouwen en Duiveland vervoerd heb ben. Een bijkomend probleem was dat nie-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 28