Nieuwe uitgaven
OPENBARE VERKOOPING
Mr. P. LOEFF
HOFSTEDE
'k heleze
Slagveld Sloedam
te
ZOUTELANDE,
op WOENSDAG 25 MEI 1932,
des namiddags om 1 uur,
in de Herberg ,,de Roodc Leeuw" van dhr. ENT1NK,
ten overstaan van den Notaris
standplaats hebbende te Koudekerke,
van
DE KAPITALE EN GOED ONDERHOUDEN
van den Heer Frans de Witte, gelegen bij het Tram
station in St. Janskerke onder Zoutelande. Melis-
kerke en Domburg, bestaande uit: HUIS, SCHUUR,
WAGENHUIS, BIJGEBOUWEN, TUIN, BOOM
GAARD, BOUWLAND en WEILAND, totaal groot
30.89.62 H.A. (78 Gem. 210 R.), in 53 Perceelen en
diverse Combinaties.
Ie bezichtigen: de landen dagelijks vrij en per
ceel 1 op Vrijdag 2U Mei en Maandag 23 Mei van
14 uur met bewijs van toegang, tegen 0.25 per
persoon verkrijgbaar ten kantore van den Notaris
voornoemd.
Veilingsboekjes met kaart, aldaar verkrijgbaar en
bij den Crieerder te Zoutelande k f 0.40 ten behoeve
vaifde Arman van Zoutelande.
Omslag van het veilingboekje van de openbare
verkoping van de boerderij van Frans de Witte
in 1932.
ten gewikkelde 'ielikmaeker mee naar huis.
Behalve eettentjes was er ook dikwijls een
muzikant die voor vertier zorgde. Uit de
aankondiging van de inspanveiling van
Frans de Witte is op te maken dat muziek
niet op prijs werd gesteld. Daar had hij zijn
redenen voor. Voor hem was het geen
feestdag. Hij zat financieel aan de grond
en was een van de vele Walcherse boeren
die in de crisisjaren van de vorige eeuw
(1930-1940) de boerderij met inspan
moest verkopen. Frans de Witte was uut-
gespanne (zat zonder inspan) en verloor
zijn boerderij, waar hij sinds 1900 op had
geboerd.
Frans van den Driest
Geraadpleegde boeken:
- P.J. Bouman, 'Geschiedenis van de Zeemv-
schen landbouw in de 19e en 20e eeuw', 1946.
- H.J.E. Gerlach, 'Landbouwkundige beschrij
ving van Walcheren', 1885.
- Vader, 'Neerlands Volksleven', februari
1965.
René Floebeke heeft met Slagveld Sloe
dam een kolossaal boek geschreven. In
meerdere opzichten: een dik, gebonden
boek van een kleine duizend pagina's over
een betrekkelijk korte periode (1940-1944)
en een betrekkelijk klein gebied (Arnemui-
den, 's-Heer Arendskerke en Nieuw- en
Sint Joosland). Dat is op zich dus al een
kolossaal werk. Maar ook kolossaal in de
zin van de veelheid aan gegevens en
details die in het boek zijn verwerkt.
En dat is dan meteen ook het voornaam
ste punt van kritiek. Hoewel té dikke boe
ken eigenlijk niet bestaan en je natuurlijk
nooit genoeg kunt optekenen, is de vraag
gerechtvaardigd of de auteur, die tien jaar
aan zijn magnum opus heeft gewerkt, zich