Volgens de heer Van Dijk gaat de bena ming 'blikken' terug tot de jaren dertig van de vorige eeuw. In die tijd kon je op kosten van twee scheepvaartmaatschappijen stu deren. De leerlingen liepen in hetzelfde uniform, maar de ene maatschappij had een blikken embleem op de pet en de andere een plaatje. Je was dus een 'blikje' of een 'plaatje'. Het is duidelijk dat de 'blik jes' het in de volksmond gewonnen heb ben. Bombardement Eigenhaardstraat Het aantal slachtoffers van het bombarde ment van enkele huizen in de Eigenhaard straat te Middelburg op 15 mei 1940 blijft een discussiepunt. In de in de vorige Wete opgenomen reacties op het artikel van de heer L. Cornelisse, gepubliceerd in De Wete van april jl., werd vermeld dat J.P. Maartense het zesde slachtoffer was en dat het opmerkelijk was dat op het moment van het bombardement (kwart over negen in de morgen) zijn zoon Pieter Franciscus in het ziekenhuis van Middel burg overleed. Volgens mevrouw E.A.L. Maartense uit Den Haag is ook die zoon een van de slachtoffers van het bombarde ment. In de vorige Wete staat geschreven dat volgens de overlijdensakte Pieter Fran ciscus Maartense is overleden op 15 mei om kwart over negen op het adres Noord- poortplein te Middelburg (het ziekenhuis). Dat was precies het tijdstip van het bom bardement op de woningen in de Eigen haardstraat waarbij zijn moeder omkwam. Lag hij om een onbekende reden al in het ziekenhuis en is hij toevallig op hetzelfde tijstip als zijn moeder overleden óf is hij bij het bombardement zwaargewond geraakt, naar het ziekenhuis overgebracht en kort na aankomst daar overleden? In dat laat ste geval is er dus in de overlijdensakte een fout tijdstip van overlijden genoteerd. Als dat het geval is geweest, dan zijn er dus feitelijk bij het bombardement zeven mensen omgekomen en komt het aantal slachtoffers, samen met de stuurman van het lichtschip dat aan de Loskade lag, op acht. Mevrouw S. Vader-van den Driest uit West- Souburg heeft het vallen van de bommen op de Kinderdijk en de Eigenhaardstraat meegemaakt. Zij schrijft ons over haar ervaring: Ik woonde met mijn ouders en broer in de Verkuyl Quakkelaarstraat te Vlissingen. Schuin tegenover ons huis stortte op de eerste oorlogsdag, 14 mei 1940, een Frans vliegtuig met veel munitie aan boord neer. Dat was vreselijk. We zijn daarna naar een oom en tante in Middelburg gegaan. Mijn oom was meubelmaker en had in de kelder zijn werkplaats. Daarach ter was een keuken. Daar was ik toen het luchtalarm ging en de bommen in de Eigenhaardstraat vielen. Ik kreeg een geweldige klap en viel flauw. Onder het geluid van het alarm heeft de melkboer, die bij ons schuilde, mij over de Bellinkbrug naar dokter W.L. Pel gebracht. Daar heb ik in de kelder gewacht tot het alarmsein veilig werd gegeven. Ik herinner mij vaag dat ik op een lange tafel werd gelegd. De gewonden uit de Eigenhaardstraat werden in dezelfde ruim te binnengebracht. Ik werd onderzocht en had een kleine wond in mijn nek. Aan de rechterkant van mijn lichaam had ik gebro ken en gekneusde ribben. Nadat ik verbonden was, moest ik Middel burg uit en ben ik terechtgekomen op Groot Middenhof, een boerderij in Oost-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 45