toneel wordt op kleine schaal nog altijd
gedaan, maar de tussenvorm, het voordra
gen, behoort tot de verleden tijd.
Vader Van Elsacker was hoofd van de
Openbare School in Westkapelle en toen
mijn grootvader in 1893 aan die school als
onderwijzer benoemd werd, kon hij nog
allerminst bevroeden dat zijn nog ongebo-
Jac. (Koos) van Elsacker (1883-1964). (Foto uit
K. Faase, 'Dorp aan de Zeedijk'Vlissingen
1984, p. 199)
ren kinderen en kleinkinderen in levenslan
ge vriendschap verbonden zouden zijn met
de zoon van zijn nieuwe baas, de toen tien
jaar oude Koos.
Koos werd onderwijzer en vertrok in 1904
naar Rotterdam waar hij, socialist, tot 1929
verbonden was aan de tamelijk elitaire par
ticuliere Rotterdamse Schoolvereniging.
Voordrachtskunst
Intussen bekwaamde Koos van Elsacker
zich in de voordrachtskunst, onder andere
ais leerling van de beroemde Albert Vogel,
vader van Albert junior en Ellen Vogel.
Her en der verzorgde hij voordrachtavon
den, vaak in kleine zaaltjes bij dorpscafés,
en hij heeft in die jaren - hij bezat nooit
een auto - eindeloos met trammetjes en
bussen rondgereisd.
Ten slotte waagde hij in 1929 de sprong.
Hij werd fulltimer en bespeelde grotere
zalen met een breder publiek. Van 1921 tot
1961 was hij als docent voordrachtskunst
verbonden aan de Rotterdamse Volksuni
versiteit.
Voor zijn culturele activiteiten ontving hij in
1954 de Van de Leuve-penning van de
Rotterdamse Kunststichting.
Een welkome gast
Oom Koos - alleen maar "Koos" heb ik
nooit durven zeggen, ook niet toen hij daar
zelf om vroeg - was in onze familie een
graag geziene gast. Hij was een forse,
later wat gezette man, maar flamboyant,
altijd tot in de puntjes gekleed en hij zat
nooit verlegen om een goed verhaal.
Hij was ook hartelijk. Als hij voor tandheel
kundige behandeling bij mijn vader kwam,
bracht hij altijd een mooi boeket voor mijn
moeder én een boeket voor de assistente
mee.
Er is een oud gezegde dat luidt: de jongen
is uit het dorp vertrokken, maar het dorp is
nooit uit de jongen vertrokken. Dat sloeg
nu zeker op Koos van Elsacker. Hij heeft
Westkapelle weliswaar verlaten, maar hij
heeft het dorp tot aan zijn laatste snik lief
gehad.
Was Koos in onze Rotterdamse, maar toch
zeer Zeeuwse, familiekring aanwezig, dan