Vadertje Tot slot Ik ben van oordeel dat zowel de staatsraad in Den Haag als de rechter te Middelburg zich goed op de zittingen hadden voorbe reid en zeer zorgvuldig met de materie zijn omgegaan. De vertegenwoordiger van de provincie heeft tijdens beide zittingen gepoogd de Heemkundige Kring Walche ren op grond van de inhoud van de statu ten niet ontvankelijk te laten verklaren. Noch de staatsraad noch de rechter gin gen op deze poging in. In zijn algemeenheid valt het op dat som mige politici, (technische) ambtenaren en particulieren volstrekt geen belangstelling hebben voor (behoud van) ons cultureel erfgoed. Bovendien speelt bij velen de waan van de dag een niet-onbelangrijke rol. Wanneer tegenwoordig een project wordt gelanceerd waarop, terecht of niet, het etiket 'duurzaam' is geplakt, loopt de meute er blatend en balkend achteraan. Dikwijls gaat een en ander dan weer ten koste van ons cultureel erfgoed, zoals bij voorbeeld blijkt bij onderdelen van de plan nen rond de N57. Het is daarom zaak dat overheden (gemeente, provincie, waterschap, enzo voorts) en particulieren (projectontwikke laars, enzovoorts) voortdurend kritisch worden gevolgd door organisaties als bij voorbeeld de Bond Heemschut, de heem kundige kringen, de Tuin van Zeeland. Overigens moet een en ander niet steeds tot grote vertraging veroorzakende beroepsprocedures behoeven te leiden. Overleg dient het voornaamste middel te blijven om tot overeenstemming te komen. Slechts als met praten niets te bereiken valt, dienen grovere middelen te worden ingezet. Echter, alles met mate! H.J. Vader Snert! 'Ouw je broek vast! In de negentiende eeuw was erwtensoep in de winterperiode op het platteland van Walcheren een geliefd voedsel. Bijna alle ingrediënten waren producten van de boerderij: erwten, wortels, uien en niet te vergeten het een en ander van het varken. Waar dat "een en ander" uit bestond, vermeldt Jan Vader (1875-1966) niet. Het zal in ieder geval geen mager var kensvlees zijn geweest. Hij schrijft wel dat er vaak een groot stuk spek van het var ken werd meegekookt. De soep werd zo dik gekookt dat de lepel er bijna rechtop in bleef staan. Sommigen voegden voordat de soep aan de kook werd gebracht, een flinke scheut azijn aan de pan met soep toe. Men beweerde dat azijn het vet in de maag neutraliseerde. Maar deze toevoe ging had ook tot gevolg dat de soep nog dikker werd, waardoor ze haast te snijden was. Nadat de soep had gekookt, werd het stuk spek eruitgehaald en werden per persoon 2 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 33