plichtbrandweer die zich ook hadden aan gemeld als vrijwilliger, voelden, zoals te verwachten was, de meesten niets voor zo'n functie. Uiteindelijk lukte het de opper brandmeester een ploegje van negen pompers samen te stellen. De brandspuit werd gestald op het adres Breeweg D197 (later nummer 44) voor 25,- per jaar. Zoals het een goede commandant be taamde, gaf de opperbrandmeester B. en W. regelmatig een overzicht van de activi teiten. Hij rapporteerde op 18 december 1938 het volgende: "30 October 1937 - een oefening gehouden met de spuit in het Bosch van Torenvliet, welke twee uur geduurd heeft. 22 November 1937 - een oefening met de waterleidingen beproeven van alle brandkranen, anderhalf uur door alle mensen van de kern. 11 December 1937 - Brand bij Dekker in de Breeweg. Brengen in rekening: Brandmeester de Visser 3 uren, opperbrandmeester Jobse 2 uren. Zaterdag 9 April 1938 - een oefening gehouden met de spuit bij de Hofstede van Dhr. Joziasse aan de Kruisweg. Zaterdag 11 Juni 1938 - een oefening gehouden met de spuit bij de Hofsteden van de Rijke en Reijnierse aan de Breeweg. Daarna de slangen laten spoelen en te drogen gehan gen." In 1934 werd een hulpverleningsovereen komst gesloten met Middelburg. Door een misverstand was nog niet afgesproken met Het brandweerkorps van 't Zand in 1941. (Collectie Stadsgewestelijke Brandweer Vlis- singen/Middelburg) Nog meer oefenen Door het ontslag op eigen verzoek van opperbrandmeester Groenenberg per 1 oktober 1937 ontstond een wijziging in het kader. In Groenenbergs plaats werd A. Jobse op proef tot opperbrandmeester aangesteld. Die opvolging strookte niet met de verwachting die plaatsvervangend opperbrandmeester J. Clement had gekoesterd en ook hij diende nu zijn ont slag in. Het lukte de opperbrandmeester evenwel de ploeg van negen pompers uit te breiden tot veertien.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 12