detailfoto's van zo'n bateau-porte te kun nen schieten. De opening en daarna De eerstesteenlegging vond plaats op 23 september 1875 en de officiële opening vond plaats op 30 juni 1876 met de inlating van het fregatschip Minister Fransen van de Putte. Dit schip was een van de twaalf schepen in eigendom van Van Zeijlen en Decker. Het dok werd Prins Hendrikdok genoemd, naar de jongere broer van koning Willem lil. Het dok had geen goede start. Een aantal dagen na de opening liep het door lekkage vol en ook de tussendeur bleek niet hele maal waterdicht te zijn. Grondverzakkingen en extra reparaties waren het gevolg. Uit eindelijk kon het dok pas op 12 mei 1877 wederom in dienst gesteld worden. Maar toen was het dok ook meteen een succes. Een van de topjaren was 1890, waarin 33 schepen werden gedokt. Het jtfiddelbur?, Jreoscbk lekkageprobleem bleef echter manifest en er moest - tot de opheffing van het dok in 1927 - voortdurend gepompt worden om het droog te houden als er een schip in lag. Teloorgang De exploitatie van de scheepswerf en het dok door de pioniers Van Zeijlen en Decker werd in 1877 overgedragen aan mede firmant Joseph Frederik van Leeuwen en uiteindelijk in 1893 beëindigd. Het dok werd toen publiekelijk geveild en kwam in handen van de in 1875 opgerich te Koninklijke Maatschappij De Schelde. Een van de eerste karweien was de ver lenging van het in 1883 door De Schelde gebouwde s.s. Batavia. Een greep uit het Scheldearchief. In 1896 werd het dok bezocht door zestien stoom- Het Droogdok, ca. 1910. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata P- 02459)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 31