Het 'vliegmachien' vanOlijslager Een speurtocht naar een bekend versje op Walcheren gegeven moment in de oorlog twee PSD- veerboten in het dok gevaren werden. De ene was gloednieuw en de andere was een uitgebrand wrak. Om deze schepen erin te krijgen, moest de toen net nieuwe Beatrixbrug doorgebrand en eruit gehaald worden. Ik weet ook nog dat die boten van schutkleuren werden voorzien; ze moesten huizen voorstellen. Maar ze zijn maar een maand huis geweest en toen werden ze weer grijs geschilderd. De bateau-porte heeft jarenlang aan de Loskade gelegen als opslag voor oud ijzer en schroot, totdat hij zelf tot schroot verwerkt werd. Mijn moeder wist me te vertellen dat wanneer er een schip gedokt werd, het water over de dokmuren liep. Die overlast kon zo erg zijn dat de bewoners rondom het dok hun voordeuren met klei moesten dichtstoppen." A.R. Koppejan Dit artikel werd eerder gepubliceerd in De Blauwe Wimpel (december 2003) en is aangepast voor De Wete. Geraadpleegde bronnen: - A.F. Franken, 'Scheepswerven in Zeeland', Goes 1996. - G.A. de Kok e.a., 'De koninklijke weg, hon derd jaar geschiedenis Koninklijke Maatschap pij De Schelde te Vlissingen, 1875-1975', Mid delburg 1975. - P.W. Sijnke, 'Middelburg verleden tijd', Rijs wijk 1980. - C. Heijkoop, 'Maritiem Zeeland, op de grens van land en water; 125 jaar Zeeuwse scheep vaart in woord en beeld'Vlissingen 1988. - A. Roose te Middelburg, krantenknipsels, fotokopieën e.d. In elke familie doen verhalen de ronde over het voorgeslacht, over de daden en schelmenstreken van grootvaders en ooms, maar zelden achterhalen we de waarheid. Onlangs stuitte ik op verhalen over de familie van mijn overgrootmoeder, de vrouw aan wie ik mijn Walcherse bloed te danken heb. Ze was afkomstig uit een landbouwersfamilie in goeden doen: de Olijslagers. Al mijn overgrootmoeders waren trotse, sterke vrouwen met een bijzondere levens wandel. Mijn 'eerste' overgrootmoeder (zij was getrouwd met mijn overgrootvader Hangoor) bracht een versje mee dat ik als kind leerde. Het blijkt echter dat er nauwe lijks mensen van mijn generatie zijn die het kennen, alleen de babyboom-generatie van mijn ouders en de generaties daarvoor kunnen die twee bekende regels nog opzeggen: Als Olijslager dood is, dan krijgen we misschien de helft van z'n centen en nog een vliegmachien.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 34