jes en over smalle planken die over sloten lagen om van de ene wei in de andere te komen. Probeer dan maar eens geen melk te morsen! Niet alleen de meiden die melkten gebruik ten een juk met emmers. Ook de visvrou wen uit Arnemuiden hadden een juk voor hun werk nodig, maar in plaats van "Zegaet ni 't jok." (Coll. F. van den Driest) emmers droegen zij manden aan het juk. Ze leurden hiermee hun waar in heel Wal cheren. Doktoren verklaarden dat de ruggen van vrouwen die vaak een juk met emmers of manden droegen, dikwijls te zwaar werden belast. Het lichaam werd als het ware in elkaar gedrukt. Vooral vrouwen die in ver wachting waren, kregen lichamelijke klach ten. Die man is 'n jokdraeger Dit werd gezegd van iemand die gebukt ging onder het leed dat hij had meege maakt. Hij torste het leed als een zware last mee. 'Ie gaet ni de spae Vroeger was aan de houding van sommige arbeiders te zien dat ze tijdens hun arbeid zaam leven veel van hun rug hadden ge vergd. Het vele spitwerk en het delven, het graven of uitgraven van een dulve (sloot) en een rêê (greppel) was zwaar werk. 'Ie 'eit z'n spae meegebrocht Deze uitdrukking heeft niets met zware arbeid te maken. Het werd gezegd als men ervan uitging dat een predikant geen beroep meer naar een andere plaats zou krijgen of aannemen. Hij had de spa meegebracht waarmee zijn graf kon worden gedolven. Hij zou dus tot zijn dood aan een bepaalde gemeente zijn verbonden. Van 1947 tot aan zijn emeritaat in 1974 stond in Serooskerke de hervormde predikant Floris Hendrik Anthonie van der Wind. Serooskerke was zijn eerste en laatste gemeente. Vlak voor zijn emeritaat vroeg ik hem: "Dominee, heeft u ooit een beroep naar een andere gemeente gekregen?" Zijn antwoord was: "Ja, één keer. Ik stond ruim vier jaar in Serooskerke toen ik een beroep kreeg. Maar ik ben er niet op ingegaan. Het was voor mij toen al een uitgemaakte zaak dat ik in Serooskerke wilde blijven. Ik 'ao m'n spae toen a meegebrocht, mè ik 'ope 'm völopig nog nie nodig t'ebben," probeerde hij in dialect te zeggen. In 1997 overleed hij en hij werd in Serooskerke begraven. Frans van den Driest

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 38