Vadertje sche Revue van 1911 wordt opnieuw een liedje aangetroffen dat verhaalt over 'onze' Olieslagers: Zie je ze vliegen? Hoog daarboven in de lucht? Zie je ze vliegen? Olieslagers doet een vlucht Olieslagers, Olieslagers Lieve mensch, laat je toch zien, Olieslagers, Olieslagers, Waar blijf je met je vliegmachien? Luchtledig Na dit korte onderzoek is gebleken dat alle zinspelingen op de familie van mijn over grootmoeder op niets berusten en daar mee verdwijnt ons 'vliegmachien' in het luchtledige. Toch blijft het historisch gezien interessant om te zien hoe een dergelijk vers als het ware is geadopteerd. Waren er in Walcheren geen Olijslagers geweest, dan waren waarschijnlijk ook die twee regels niet bewaard gebleven. Op de Beve- landen, Schouwen en Tholen kent men dit lied nauwelijks. Wat nog steeds onbekend blijft, is de her komst van het vers, want de schrijver is niet bekend en het is niet duidelijk hoe het lied naar Walcheren is gekomen. Misschien dat het door de Hollandsche Revue bekend is geworden of dat Belgische vluchtelingen, die tijdens de Eerste Wereldoorlog in gro ten getale op Walcheren verbleven, het liedje hebben meegenomen. Ach, en de Olijslagers mogen dan wel geen 'vliegmachien' hebben achterlaten, het behoud van die twee veelzeggende regels is ook wat waard. Jeroen-Martijn Hangoor Met dank aan de heer Rave (Meertens Instituut te Amsterdam). 'Ie loopt zó krom as een zekel Dit werd gezegd van iemand die met een gebogen rug liep. Een zekel is een sikkel, waarmee niet alleen het koren maar ook het gras voor de geiten en konijnen werd gesneden. Ze gaet ni 't jok Je zag aan sommige oudere vrouwen dat ze vaak een juk met emmers hadden gedragen. Het was aan hun houding te zien. Niet elke vrouw had bij de geboorte een stevige rug meegekregen. En de werkgeef ster, de boerin, vroeg niet bij de aanstel ling: "Is je rug sterk genoeg om juk en emmers te dragen?" Zomers ging de melkmeid om halfvijf in de morgen met juk en emmers op stap naar de wei om acht tot twaalf koeien te mel ken. De route die ze moest afleggen, was lang niet altijd gemakkelijk. Ze liep terug naar de boerderij met overvolle emmers door hobbelige weitjes, langs smalle paad-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 37