Brandweer 't Zand Brandbestrijding in een buurtschap onder Middelburg, 1879-1941 Bij mijn onderzoek naar de geschiedenis van de Middelburgse brandweer werd mijn aandacht getrokken door gegevens en fei ten over de brandweer van de wijk 't Zand. Deze wijk, waar ik sinds 1973 woon, behoorde tot het najaar van 1941 tot de gemeente Koudekerke. De bebouwing bestond grotendeels uit woonhuizen, gesi tueerd langs de twee toegangswegen naar de stad, de Breeweg en de Koudekerkse- weg. Ondanks de vrij grote afstand tot de dorpskern van de gemeente Koudekerke kreeg de brandbestrijding in dit deel van de toenmalige gemeente de nodige aan dacht. De organisatie De oudste gegevens over de brandweer van de gemeente Koudekerke dateren uit omstreeks 1880. Hoewel ongetwijfeld voor die tijd al, net als op de andere Walcherse dorpen, van een georganiseerde brandbe strijding sprake was, werd in 1879 door de gemeenteraad een brandweerverordening vastgesteld. In artikel 1 stond: "De woon huizen, schuren en stallen, loodsen en ver der gebouwen in de kom der Gemeente en het gehucht 'het Zand' vormen het te beschermen gebied." Opmerkelijk is dat de brandbestrijding niet in handen was van een selecte groep vrijwilligers, maar dat alle mannelijke ingezetenen van 23 tot 60 jaar oud - op enkele uitzonderingen na - zich beschikbaar moesten stellen voor de inzet bij bluswerkzaamheden. De inzet van zoveel mannen was niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat voor blus werkzaamheden wel zeventig man nodig waren. Onder leiding van een brandmees ter, die werd bijgestaan door twee assis tenten, moesten pijpvoerders, slangenlei ders, haakgasten, ladderdragers, lantaarn dragers, maar vooral pompers en water dragers worden ingezet. Er werd minstens twee keer per jaar geoefend. Gezien de grote hoeveelheid briefjes van 'f Zand, afgebeeld op de plattegrond van Middelburg, 1925. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata deel I nr. 327) de plaatselijke huisarts was een aantal inwoners om lichamelijke redenen niet in staat zijn plicht te vervullen en werd hun ontheffing verleend. De wat rijkere inwo ners van Koudekerke konden door betaling van hun verplichtingen worden ontheven. Voor het alarmeren en wekken werd de kerkklok gebruikt. Deze werd door de bode geluid. Hij werd ook ingezet voor het oproepen van de brandweerlui voor een oefening. De porder had tot taak de man schappen persoonlijk te verwittigen van het brandalarm.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 5