boot. Zelfs burgemeester Cau was nu
overtuigd van de noodzaak van deze aan
schaf en met een provinciale subsidie van
24.000 gulden - het dubbele van wat
enkele jaren daarvoor nog toereikend was
- moest dat mogelijk zijn. Het bestuur
beloofde onderzoek naar de aanschaf te
doen, maar dat liep blijkbaar niet zo goed
want in 1890 was er nog altijd geen twee
de boot. Intussen was de stoomketel van
de oude boot opnieuw aan vervanging toe.
Deze keer mocht de Nederlandsche
Stoomboot Maatschappij in Amsterdam
een nieuw exemplaar leveren. Dat leverde
al gauw problemen op want de watercircu-
latiepomp nam "uitenboordwater op waar
door het ketelwater verzoutjte]". Dat was
dus niet best voor de ketel. Gelukkig kon
het probleem verholpen worden daar het
slechts een lekke pakking betrof. Maar
daardoor moest de boot wel weer enkele
dagen uit de vaart genomen worden.
Multatuli
In 1891 liep het tienjarig contract van de
veerdienst weer af en werd het voortbe
staan van de maatschappij ter discussie
gesteld. Het bestuur was niet ongenegen
door te gaan mits Provinciale Staten weer
met hetzelfde bedrag aan subsidie over de
brug kwamen. Voor de aandeelhouders
was het weer aanleiding om over een
tweede boot te gaan discussiëren. Doordat
de veerboot nogal eens uit de vaart geno
men moest worden, moest er vaak een
huurboot gecharterd worden. En als dat
niet lukte, voer er helemaal geen boot.
Dat ondervond de schrijver Multatuli (pseu
doniem voor Eduard Douwes Dekker), die
door het hele land trok om spreekbeurten
te houden, waarbij hij tegen de heersende
opvattingen inging en dus volle zalen trok.
Op 12 en 13 februari 1880 had Multatuli
spreekbeurten in respectievelijk Goes en
Middelburg gehouden die zeer goed be
zocht waren. Toen hij op zaterdagmiddag
de 14de vanuit Middelburg naar Zierikzee
wilde vertrekken, bleek er helemaal geen
openbaar vervoer meer te zijn. Normaal
voer er 's morgens nog wel een boot (de
spoorboot) maar die dag voer er helemaal
geen. Multatuli was hierover nogal ont
stemd. Hij schreef aan zijn vrouw: "Er is
kwestie van dat ik morgen niet dan langs
een grooten omweg, over Bergen op Zoom
en Tholen, naar Zierikzee kan en dan zou
ik een gedeelte van de reis over een dijk
door den modder moeten loopen. Dit doe
ik niet. Vroeger toen er iets als ijsgang was
heb ik geschreven dat ik niet zou wegblij
ven om gevaar. Maar voor de modder en
een lange reis bedank ik."
Om de mensen in Zierikzee niet teleur te
stellen besloot de schrijver toen maar om
een sleepboot te huren. Dat kostte hem
veertig gulden en tot overmaat van ramp
kreeg deze boot ook nog machinestoring
zodat Multatuli pas na drieënhalf uur Zie
rikzee bereikte. En alsof ook dat nog niet
genoeg was, viel de opbrengst van zijn
spreekbeurt dermate tegen dat hij zijn reis
kosten er nauwelijks uit kreeg. "Hoewel
innerlijk kwaad heb ik de organisatoren
beleefd mijn ongenoegen te kennen gege
ven!" Desondanks zag de gevierde auteur
nog een lichtpuntje: hij had weer een beet
je aan populariteit gewonnen.
Bouw tweede boot
Nadat Provinciale Staten zich toch nog
bereid verklaard hadden om de subsidies
te verdubbelen tot een maximum van
24.000 gulden, kon eindelijk in april 1891
overgegaan worden tot aanbesteding van