de nieuwe veerboot. Als inschrijvers wer den uitgenodigd de Koninklijke Maatschap pij De Schelde te Vlissingen, de Maat schappij De Maas te Rotterdam, de scheepswerf van Fijenoord te Rotterdam, de Nederlandsche Stoomboot Maatschap pij te Amsterdam en de scheepswerf van Diepenveen, Leis en Smit te Kinderdijk. De mensen waren op een ander schip (de Princes Amelia) aan het werk en aan andere vaklieden was moeilijk te komen. Pas op 1 maart 1892 kon de nieuwe boot opgeleverd worden, nadat een proefvaart met genodigden was gehouden op de Westerschelde. Het lange wachten werd overigens wel beloond. Het was een voor werf De Maas schreef in voor 82.000 gul den en was daarmee de laagste. Hoewel de K.M.S. daar nog vijfhonderd gulden boven zat, werd het werk toch aan haar gegund. Volgens een deskundige was het ontwerp van de Scheldewerf sterker en dus beter geschikt voor zijn doel, namelijk het bevaren van de Zeeuwse wateren. In de maand juni daaropvolgend werd de kiel voor de nieuwe veerboot gelegd. De bouw van het schip verliep blijkbaar niet zo voorspoedig want de opleveringsdatum van 12 december 1891 kon bij lange na niet gehaald worden. Directeur J. van Raalte van De Schelde stak het op een gebrek aan koperslagers. De eigen vak Kanaal mot Loskade De Zeeuwsche Spoorboot No. 1 aan de Loskade te Middelburg, ca. 1900. Zeeuws Archief, Ver zameling J.A. van de Putte, nr. 163-33) die tijd heel modern schip, voorzien van de nieuwste snufjes, zoals een door De Schelde zelf gebouwde Compound-stoom- machine naar een Schots ontwerp. De lengte van het schip was 125 voet (ca. 37 meter), de breedte 39 voet (ca. 11 meter) en het kon een snelheid bereiken van 11 mijl (ca. 19 km) per uur. Het draagvermo gen van de nieuwe veerboot was dertigdui zend kilo en hij was berekend op het ver voer van ongeveer vierhonderd passagiers en vijf paarden. Er waren twee eersteklas-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 31