Beminnelijke Engel Een gepassioneerde moord in Middelburg in 1821 "Lieve schat wat verlang ik ernaar om weer bij je te zijn, want ik vind nergens rust of troost. Overal waar ik ben voel ik mij alleen. De afgelopen nacht heb ik geen oog dicht gedaan en om halfvier zat ik weer al deze brief te schrijven. Ik durf te zeggen dat ik me nog nooit zo ongelukkig heb gevoeld. Ik ben bang om alleen op mijn kamer te zijn. Op mijn bed kan ik het niet houden, want dan denk ik teveel aan onze liefkozingen en lig ik met de hoop dat dit nog vaak zal gebeuren. Ons hoofdkus sen neem ik dikwijl in mijn arm en dan omhels ik het met de gedachte dat jij dat bent. Lieveling, ik ben brandende van lief de. Jouw te moeten missen zou mij zeker het leven kosten. Je bent en blijft mijn troe- teltje en binnenkort lig ik weer in je armen en doen we weer alles wat verliefde paren doen." Dit, en nog veel meer, staat te lezen in een brief die Nettie Boom, 32 jaar oud, op 3 juni 1820 vanuit Middelburg naar haar vriendje Toon Kanaar in Goes stuurde, nadat hij een week eerder naar deze stad was verhuisd. Het zal u duidelijk zijn dat Nettie smoorverliefd was. Antonette Cornelia Boom Nettie Boom heette officieel Antonette Cornelia Boom. Ze was in 1788 in Middel burg geboren als dochter van Rochus Boom en Cornelia Lems. Hoewel haar roepnaam Tona was, werd ze op latere leeftijd ook vaak Nettie (Netje) genoemd. In april 1806 trouwde ze met Leendert Suurmont (Suurmond, Suurmon), die bode van de Algemene Armen in Middelburg was. Ze gingen wonen in de Lange Delft, waar ten minste twee kinderen werden geboren die op jonge leeftijd overleden. Een erg gelukkig huwelijk had Nettie in meerdere opziochten niet, vandaar dat ze vaak in de Bellinkstraat bij timmerman Lieven Admiraal, een verre neef van haar, thee ging drinken. Daar leerde ze in 1817 de toen twintigjarige Gerrit Berkelie (Berk ley) uit Rotterdam kennen op wie ze ver liefd werd. Berkelie was korporaal bij de infanterie en vanuit Vlissingen naar het garnizoen in Middelburg overgeplaatst. Hoewel hij tien jaar jonger was, ontstond er een hechte band tussen hem en Nettie, die echter na vijf maanden abrupt eindigde toen Gerrit weer in Vlissingen gelegerd werd. Kort daarna werd hij ziek en moest naar het militair hospitaal in Middelburg. Daar schreef hij nog enige brieven aan Nettie, die echter onbeantwoord bleven. Na zijn herstel keerde Berkelie terug naar de kazerne in Vlissingen en werd enkele maanden later overgeplaatst naar Breda. Omdat hij had vernomen dat Nettie in het Simpelhuis in Middelburg was geplaatst, ging hij ervan uit dat hun relatie definitief ten einde was. Antoni Kanaar Toon (Antoni) Kanaar, om wie dit hele ver haal uiteindelijk draait, werd op 21 septem ber 1790 in Middelburg geboren. Na zijn schooltijd ging hij in militaire dienst en toen is hij enige tijd in Doornik en in Frankrijk gelegerd geweest. Na zijn diensttijd werd hij remplagant voor Leendert Wisse uit Arnemuiden en ging hij weer bij zijn vader wonen. Toon was in die tijd een knappe jongeman van 1,60 meter lang met een lang gezicht, blauwe ogen, grote neus en mond, een ronde kin en bruin haar. Als

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 9