Vluchten
De Engelse landingsvloot begon met
beschietingen vanuit zee. We vluchtten
met z'n allen naar de bunker van de Duit
sers die achter ons huis in de duinen
stond. Gelukkig mochten we naar binnen,
en daar stonden en lagen we, dicht op
elkaar gepakt. Voor de luchtverversing
De achterzijde van Huize Irene, kort na de oor
log. (Coll. R. Koppejan)
zorgden mannen die aan een handwiel
draaiden dat een ventilator in beweging
bracht. Voor een kind van vier jaar is dat
een blijvende herinnering!
Op de ochtend van de tweede november
ging de deur van de bunker open en een
Duitser schreeuwde: "Tommy kommt." De
Duitsers gaven zich over en ik proefde
voor het eerst van m'n leven chocola die
door de Engelse commando's werd uitge
deeld. Die spraken een andere taal, droe
gen andere uniformen en waren ook een
stuk vriendelijker!
Feest
's Avonds was het 'feest' in ons huis met al
zijn gasten. We hadden alleen maar kaars
licht en de ramen waren dichtgespijkerd
met planken omdat er geen ruit meer heel
was, maar toch waren we blij omdat we
allemaal de oorlog hadden overleefd.
De dag na de bevrijding werd er met men
sen van alle kerkelijke gezindten, samen
met de Engelse commando's, een dank
dienst gehouden in de kerk. Het dak van
de kerk was weliswaar stukgeschoten,
maar dat hinderde niet.
Het leven ging door. Op 7 november werd
Piet Francke in ons huis geboren. Het
leven had zijn rechten weer opgeëist!
Evacueren
Het was voor mijn ouders een teleurstel
ling dat we daarna toch niet in ons huis
mochten blijven wonen. Maar het eiland
stond nog onder water, de winter zou over
enkele weken aanbreken en er waren wei
nig of geen voorzieningen. Net als zoveel
mensen op Walcheren die niet onmisbaar
waren voor de wederopbouw, zouden ook
wij geëvacueerd worden, en wel naar Zuid-
Beveland. Dat zou een reis worden met
veel omwegen en gevaar.
In januari 1945 was het zover. Wij moesten
mee met een van de tien DUKW's (amfi
bietanks) die via het Martgat in Zouteiande
het strand op en de zee in reden. Daarna
voeren we buitenom naar Vlissingen, gin
gen verder over de verwoeste boulevard
en via het Kanaal door Walcheren naar de
ambachtsschool in Middelburg. Het was
een tocht die vier uur duurde en ik vond
het prachtig. Dat er voor het Nollegat een
DUKW een motorstoring kreeg en op
sleeptouw genomen moest worden, ver
hoogde nog de spanning!
In de ambachtsschool werden alle mensen
geregistreerd en wij hoorden dat we naar
Wolphaartsdijk moesten. In dit dorp zijn we
wel op drie verschillende adressen ge
weest, het ene beter dan het andere, want