niet alle mensen daar zaten op inkwartie ring te wachten. Mijn vader ging geregeld terug naar Zoute- lande om te kijken hoe het in het dorp, en in het bijzonder met ons huis, ging. Boer Janse en boer Stroo woonden er nog. Zij hoefden niet te evacueren omdat ze koei en en kleinvee te verzorgen hadden. "De weer boven water. De wederopbouw van Walcheren werd ter hand genomen en Huize Irene werd opge knapt. Ook kwamen de eerste toeristen weer naar ons dorp en het huis werd ein delijk gebruikt waarvoor het zeven jaar eerder was gebouwd. Zelf heb ik 56 jaar in Huize Irene gewoond garage staat vol met zakken graan en het wemelt er van de ratten en muizen", vertel de mijn vader eens bij terugkomst van zo'n tocht. Terugkeer Toen zich in november 1945 de mogelijk heid voordeed om terug te gaan naar Zou- telande, grepen we die met beide handen aan. "Gelukkig", dacht ik toen we onze straat inreden, "het huis staat er nog, nu komt alles weer goed." En het is goed gekomen, want in februari 1946 werd het laatste dijkgat gedicht en Walcheren kwam Huize Irene anno 2004. (Foto Leo Hollestelle) en samen met mijn vrouw dertig jaar, zodat het grootste deel van mijn leven zich daar heeft afgespeeld. Rogier Koppejan Dit verhaal kwam in het voorjaar van 1994 tot stand na gesprekken met mijn moeder, mevrouw J.A. Koppejan-van Zandwijk, in het verzorgingstehuis Ter Mantelinge te Domburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 31