In het voorjaar van 1944 vertrokken deze
troepen ook weer.
Wittebrood
Daarna was het een komen en gaan van
verschillende legereenheden.
In de zomer kwam er infanterie op de
boerderij, die eerst gebivakkeerd werd in
Varen in de boomgaard van Hof Werendijke in
de zomer van 1945, met v.l.n.r. Bram, Leintje
en Tannetje Dingemanse, Jo van Wallenburg
en Jan Wisse.
de schuur en later in bunkertjes. Dit waren
soldaten van de zogenaamde Wittebrood
divisie, die samengesteld was uit oudere
soldaten en maagpatiënten.
De bunkertjes werden gebouwd door Itali
aanse krijgsgevangenen, aanhangers van
Bagdoiio, een tegenspeler van Mussolini;
ze waren gehuisvest in Huis ter Duin aan
de Duinweg. Er stond bij ons op het terrein
een drietal bunkertjes en er werden ook
schuttersputten, loopgraven en een mitrail
leurstelling gemaakt.
In die tijd zat ik op de Lagere Landbouw
school in Middelburg en wegens vordering
van de schoolruimte door de Duitsers kre
gen we les in de consistorie van de Gast-
huiskerk (ingang Nieuwstraat). Tussen de
middag speelden we op de puinhopen van
verwoeste en verbrande huizen van deze
stad.
Ook ik moest regelmatig met paard en
wagen voor de Wehrmacht rijden en ook
wel bomen slepen over de duinen naar het
strand, voor de opbouw van de kustverde
diging. Velen werden in die tijd verplicht
tewerkgesteld om boomstammen, de zoge
naamde Rommelasperges, in het land te
plaatsen en om schuttersputten te graven.
Strijd
Na de invasie op 6 juni 1944 werd het
spannender. De Duitsers werden nerveu
zer en de activiteiten in de lucht namen
sterk toe. Er waren luchtaanvallen en
luchtgevechten en vooral in de nacht hoor
den we het ronken van overvliegende
bommenwerpers naar doelen in Duitsland.
Als de laatste vliegtuigen op de heenweg
waren, kwamen de eerste alweer terug!
In augustus moesten veel boeren en
knechten via de Westerschelde met paard
en wagen voor transport van materiaal en
wapens mee met troepenverplaatsingen
naar België.
Ook mijn vader vertrok eind augustus. Hij
is tot in Zelzate gekomen. De geallieerden
waren toen al in Gent. Op de terugweg zijn
ze in Zeeuws-Vlaanderen in zware be
schietingen terechtgekomen. Toen wij die
avond op bed lagen, hoorden we het
kanongebulder aan 'de overkant'. Dankzij
de hulp van een Duitse luitenant kon mijn
vader, samen met een knecht van het be
drijf van mijn grootvader en gecamoufleerd
op een Duits kanon, met Duitse troepen
mee terugvaren over de Westerschelde.
Enkele dagen na Dolle Dinsdag was hij
weer thuis. Zonder paard, want dat was in
Zeeuws-Vlaanderen doodgeschoten, en