ten westen van de Gevangentoren, tot raai 23, het Oostermarinehavenhoofd. Volgens Piet van de Velde werd er gepeild tussen de stenen als achterbaken en boeien die tweehonderd of driehonderd meter uit de muur in het water lagen als voorbaken. "De zogenaamde koproeier moest dan ook voortdurend omkijken naar de boei om te zien of ze nog in lijn waren. Meestal waren er drie roeiers, een peiler en een assistent aan boord." De posities van de boeien zijn ook te zien op deze kaart, evenals hulp lijnen richting torentje van Groede (raai 8) en richting Sint-Jacobstoren (raai 2). Piet van de Velde was wel verbaasd door deze ontdekking: "Wij als technische beheerder van de zeewering zijn er altijd van uitgegaan dat die 'stenen' te maken hadden met peilraaien in gebruik bij de Meetdienst Zeeland [vroeger Studiedienst, later Adviesdienst], De ironie doet zich nu voor dat uit deze gegevens blijkt dat ze gebruikt werden door de beheer- en onderhoudsdienst, binnen Rijkswaterstaat genaamd dienstkring. Ik maak er dankbaar gebruik van om het waarom van die 'stenen' in het archief vast te leggen!" Hij schatte in dat dit raaistelsel verlaten is rond 1958, 1960 met de komst van de asfaltgiooiing. "In ieder geval, toen ik in De situering van de peilraaien 3 t/m 8 op een tekening van het te vernieuwen Leugenaars- hoofd te Vlissingen (rechts), 1866. De peilraai en 9 t/m 16 lopen door langs het hoofd van de Koopmanshaven. (Archief Rijkswaterstaat) 1966 bij de dienstkring kwam werd dit raai stelsel niet meer gebruikt." Nieuwe ontdekking Probleem opgelost, maar ik kreeg nog een toegift. Op de laatste kaart staan ook raaien haaks op de Muur van Altena, de num-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2004 | | pagina 49