Scheldestraat. Het stekkie was het trem- kotje op het Betje Wolffplein. Het was op een met straatklinkers verhoogd gedeelte van het Betje Wolffplein geplaatst, en zo, zoals hij en zijn maats het noemden, de meest strategische plek van Vlissingen. Vanaf dat 'pleintje' overzag je heel veel van wat er zich in Vlissingen afspeelde. Er was het Vlissingse grapje "Adam kwam en zag Van Verre" werd gemaakt. Ook konden ze de koffer- en tassenwinkel van Schmelzer en de schoenenwinkel van Labruyère zien. Naar rechts overzagen ze een deel van de Aagje Dekenstraat en konden ze de tram zien aankomen en ook weer uit het zicht zien verdwijnen. Recht voor zich zagen ze altijd wat te zien. De elektrische tram van de verbinding Vlissingen-Middelburg v.v. stopte er om passagiers te laten in- en uit stappen. De mannen 'controleerden' wie dat waren en gaven commentaar als er een bekende bij was. Recht vooruitkijkend overzagen ze de Battuusweg en konden ze, ter hoogte van de Melksalon, de Dom- burgse stoomtram - vanuit de Paul Kruger- straat komend - de bocht naar rechts zien nemen. Naar links zag je alles wat zich in de Coosje Buskenstraat afspeelde. Op de hoek van de Walstraat zagen ze Spekkus. Ze zagen de slagerij van De Visser, de kruidenierswinkel van Van Verre, over wie Vanaf het 'tremkotje' hadden de mannen goed zicht in de Badhuisstraat circa 1915). (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illu- strata P-04128) de patiënten van dokter Wolters naar bin nen gaan en gelukkig ook weer naar bui ten komen. Vaak wisten ze nog beter dan de dokter en de patiënt zelf welke ziekte iemand onder de leden had. Wanneer ze zich omdraaiden, lag de Wal straat voor ze open. Ze keken tot op de hoek van de Wagenaarstraat, waar zich de herenmodezaak van Manse Damave bevond. De heerlijke geur van net door

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 23