Spekkus gebakken brood snoven ze met genoegen op. Ze zagen dat de bakkerswa gens werden ingeladen en dat daarna de bakkersknechten naar hun klanten gingen. Ze zagen vervolgens Spekkus himself naar de sigarenwinkel van Lagaay op de hoek van de Battuusweg en de Glacis- straat lopen en een poosje later met een grote sigaar in z'n mond terugkomen. Het tremkotje bood bescherming tegen wind en regen. Je kon aan de zijkanten staan, indien nodig, óf ervoor, óf erachter. Een opvallende figuur bij het tremkotje was Charles. Hij was één meter negentig lang, breed in de schouders en hij had handen als kolenschoppen. Dat was van pas geko men, want hij was stoker geweest op de wilde vaart. Hij had alle wereldzeeën beva ren en kon spannende verhalen vertellen over zeemanskroegen en rosse buurten over de gehele wereld. Hij heette Charles maar dat werd op z'n Vlissings algauw Sjarrul. ledereen hing aan zijn lippen als hij zijn verhalen, meestal sterk aangedikt, ver telde. Dat was logisch want zelf waren de mannen nooit verder geweest dan de Sou- burgse kermis op Pienkster drie. Op een mooie voorjaarsdag zagen ze vanaf de Battuusweg een echtpaar aan komen lopen. De man richtte zich automa tisch op de imposante figuur van Sjarrul en zei: "Excuse me sir, can you tell me the way to the mailsteamer?" De kolentrem- mer, die wat Engels had opgepikt tijdens zijn turbulente leven, zei: "Yes sir, you go through the Wolstriet and than door the Peelingstriet and than über die slauzen en then you stee with your smoel for the mail- steamer." De man zei: "I thank you" en liep inderdaad de Wolstriet in. Dagen later spraken de maten nog over Sjarruls kennis van de Engelse taal. Ze hadden er geen idee van dat ooit een deel van de Scherminkelstraat, de Kolve- nierstraat, de Noordstraat, de kiosk op het Kleine Martje, de Tijdinghal en de muziek tent op het Bellamypark zouden verdwij nen. Ook de heerlijke geur van versgema len koffiebonen die uit de winkel van De Gruiter op het Kleine Martje kwam, zou eens niet meer opgesnoven kunnen wor den. En de tegen de kerk aangebouwde winkel van Jamin met de in de gevel aan gebrachte gekleurde tegels die samen de spreuk "Eerlijkheid duurt het langst" vorm den, én de drogisterij van Beniest, én de winkel van Bouman Noach hadden voor hen eeuwigheidswaarde. Als het tijd werd, vertrok Hendrik richting Ridderspoorlaan. Hij liep nu aan de andere kant van de Scheldestraat en passeerde dan de kantoorboekhandel van Timmer man, de horlogewinkel van Joost de Voogd, de ijzerwinkel van Wisse, de winkel met "fijne vleeswaren" Albert Heijn, de dro gisterij van Roelse, de viswinkel van Bout, de kruidenierswinkel van Eigen Hulp, de kruidenierswinkel De Unie met 15 procent korting, in tegenstelling tot De Gruiter met "10% en Betere Waar". Daarna stak hij de Scheidestraat over en belandde uiteindelijk bij Bongers waarna hij de wei weer over stak. Thuis zat zijn vrouw met het werreme ete te wachten. Chris Feij

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 24