De Kijf dijk
Over polders en dijken ten noorden van Vrouwenpolder
In De Wete van april 2004 vertelde ik over
de boom van jonkheer W.C.M. de Jonge
van Ellemeet. Aan de Koningin Emmaweg
te Vrouwenpolder was in 2003 een zieke
iep gerooid. Die bleek meer dan 130 jaar
oud te zijn en geplant door jonkheer De
Jonge van Ellemeet, bewoner van de bui
tenplaats Overduin. Het Waterschap
Zeeuwse Eilanden verving de oude iep
door een eik.
In deze bijdrage vertel ik over de omgeving
van de nieuwe eik. Tot vlak bij de boom
heeft een dijk gelegen die in de jaren vijftig
van de vorige eeuw tijdens de herverkave
ling van Walcheren is afgegraven. Een
deel van deze dijk behoorde bij onze boer
derij Klein Zeeduin. Ook de weel in de dijk
hoorde daarbij. Deze was al in de negen
tiende eeuw afgegraven, maar de ligging
van de weel is nog altijd te zien in het land
schap als een laag gedeelte in het terrein.
De plaats van deze verdwenen dijk vraagt
om een verklaring. Vergeleken met de
bestaande dijken in de omgeving lijkt de
bijbehorende polder een onlogische vorm
te hebben. Toen in 1952 de bodemkaart
van Bennema en Van der Meer verscheen,
werd veel duidelijk. De dijk is niet vanuit
zee maar vanuit het zuiden doorgebroken.
In die tijd was er ter hoogte van Overduin
nog een open verbinding met de zee. Dit
stuk dijk kan dus, eerst noordelijk, dan
naar het oosten, aangesloten zijn geweest
op de noordelijke dijk van de Beekshoek-
polder. Daarmee is de onlogische bocht in
noordelijke richting verklaard. De Koningin
Emmaweg zal van later datum zijn, uit de
tijd dat het noordelijke stuk van de polder
verloren is gegaan. Het ligt voor de hand
dat dit de Westpolder is geweest, de meest
westelijke polder die Wolfert van Borsele in
de dertiende eeuw (vóór 1291) heeft
bedijkt. In een verslag van een opmeting in
1291 wordt de westhoek van de Westpol
der genoemd. Deze westhoek is ongeveer
de plek waar nu de jonge eik staat.
Kaart van het poldergebied ten noorden van
Vrouwenpolder, gebaseerd op de veldnamen-
kaart.
De Craneweye
De heer I.P. Back doet al een aantal jaren
onderzoek naar bedijkingen in de omge
ving van Serooskerke en Oostkapelle. Op
zijn website maakt hij zijn voorlopige con
clusies bekend, ledereen kan hierop rea
geren. Bijvoorbeeld over zijn conclusies
over de lokatie van het dorpje Rikedale en
de polder Craneweye, die niet te traceren
zijn op oude kaarten. Wel wordt de Crane-
weyeblock genoemd. Dit blok heeft volgens
de overloper van 1584 een oppervlakte
van 72 gemet, maar op de website is
alleen het zuidelijke deel van ongeveer 35
gemet aangegeven.
Een overloper is een overzicht van alle
percelen in een parochie. Een parochie of
ambacht was verdeeld in blokken en de
Noordpólder
;shoekpolder
Westpolder
Vrouwepolder
i r*~ 1 I
"'rSre/TS-
boom