in de gemeente. Vergelijking met de ande re gemeenten in de Classis Middelburg leert dat predikanten elders gemiddeld langer bleven. De oprichting van de Gereformeerde Ver- eeniging door Vader in 1890 leidde ertoe dat een aantal gemeenteleden - onder wie de oud-ambtsdragers Olijslager en De Man - de gemeente verlieten. De Vereeni- ging groeide spoedig uit tot een volwaardi ge gemeente. De predikanten van de Christelijk Gereformeerde Gemeente te Meliskerke (en de latere Gereformeerde Kerk van Meliskerke) bleven na deze kerk scheuring opmerkelijk langer. De kerkenraad benoemde op 16 december 1874 Van der Weele tot ouderling. Mossel man en Melis werden lid van de in 1875 opgerichte Christelijk Gereformeerde Gemeente te Domburg. De predikant Diemer werd op 26 april 1874 bevestigd in Scharnegoutum. Tot in 1882 bleef hij in conflict met de kerkenraad van Meliskerke en de Classis Middelburg over financiële aangelegenheden. Daarover voerde hij strijd tot in de Generale Synode. De vijfde gemeente die hij diende, was de Christelijk Gereformeerde Gemeente te Hollandscheveld, waar hij op 26 juli 1881 werd bevestigd. Hij werkte daar tot aan zijn vervroegd emeritaat op 1 maart 1893. Diemer kwam ook in deze gemeente in de problemen. De Classis Meppel schorste hem op 3 augustus 1892 en maakte hem los van de gemeente. Diemer maakte bezwaar tegen deze losmaking. De zaak werd behandeld door de synoden van Dor drecht van 1893 en Middelburg van 1896. In de laatstgenoemde synode werd gecon stateerd dat de problemen in Hollandsche veld tot genoegen van alle partijen waren beëindigd. Tot slot De autoritaire houding en de emotionele uitbarstingen van Diemer hebben geen bijdrage geleverd aan een oplossing van het conflict. Diverse gemeente- en kerken raadsleden hebben evenmin een bijdrage tot een oplossing gegeven. Melis was blijk baar verbolgen over het feit dat hij gepas seerd was voor het vervullen van het ambt. De houding van De Man om collega-ker kenraadsleden geen hand te willen druk ken, zijn onterechte beschuldiging dat Die mer boos op hem zou zijn geweest en zijn laster hebben het conflict verhard. Dat Olij slager als oudste ouderling een bijzondere status moest hebben, heeft de zaak geen goed gedaan. De kerkenraadsleden waren onderling evenmin telkens eensgezind. Daarnaast speelde de prediking van Die mer een rol. Een deel van de gemeente gaf de voorkeur aan een meer bevindelijke prediking. Een foto van Diemer die hier "met veel struikeling en gebrek" werkte, hangt des ondanks 131 jaar na zijn gedwongen ver trek nog altijd in de kerkenraadskamer van de Ichthuskerk (gereformeerde kerk) te Meliskerke. Leon van den Broeke Geraadpleegde bronnen - 'Acta Generale Synode Gereformeerde Kerken in Nederland', Dordrecht 1893 en Middelburg 1896. - P. Davidse, 'Die trouwe houdt, 1891-1991. 100 jaar Meliskerke'Meliskerke 1991. - P. Davidse, 'Een onwaardige dienaar. Uit het leven van Jan Vader', Kampen 2002.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 40