Na de koffie volgde een rondleiding door
een gedeelte van Gouda, onder leiding
van gidsen.
Het moderne Gouda bezit nog veel sporen
uit het verleden. De binnenstad zelf is het
belangrijkste restant van het verleden. In
tegenstelling tot veel andere oude steden
is de binnenstad nauwelijks aangetast
door grootschalige stadsvernieuwing en is
op veel plaatsen de sfeer van vroeger
bewaard gebleven.
De stadswandeling voerde ons langs een
aantal voor Gouda belangrijke gebouwen,
zoals het Willem Vroesenhuis. In 1555
stond Willem Vroesen, een vooraanstaand
burger van de stad, een huis af voor de
opvang van oude mannen. Aan zulke hui
zen was toen een grote behoefte omdat de
meeste hofjes voor vrouwen waren be
stemd. Het toegangspoortje werd in 1614
gemaakt door Gregorius Cool. De spreuk
Spartam Nactiontleend aan Cicero, roept
de bewoners van het oudemannenhuis op
zich waardig te gedragen. De spreuk
Tempora Labuntur- daaronder geschre
ven - is later aangebracht en ontleend aan
Ovidius. De versregel is niet compleet en
betekent "de tijd verglijdt", maar Ovidius
voegde eraan toe dat wij stilaan oud wor
den. In 1976 werd dit oudemannenhuis
opgeheven. Het gebouw is daarna grondig
gerestaureerd en opgedeeld in apparte
menten.
Tegenover het Willem Vroesenhuis staat
een van de voormalige weeshuizen van de
stad, het Aalmoezeniersweeshuis, opge
richt in 1585. In 1948 werd de instelling
opgeheven en nu zijn er de bibliotheek en
afdelingen van het streekarchief gevestigd.
De Jeruzalemkapel was helaas niet goed
zichtbaar omdat het gebouw werd geres
taureerd en dus in de steigers stond. De
twaalfhoekige Jeruzalemkapel werd inge
wijd in 1504 en is de best bewaarde Jeru
zalemkapel van ons land. De kapel werd
gesticht door de Goudse priester Gijs-
brecht Raet na terugkeer van zijn bede
vaart naar Jeruzalem. Hij ligt in de kapel
begraven.
De Sint-Janskerk is zijn geschiedenis
waarschijnlijk begonnen als kapel. In 1278,
zes jaar nadat Gouda stad was geworden,
was er al sprake van een parochiekerk. Na
de stadsbrand van 1361 werd de kerk nog
hersteld, maar in 1404 werd een bijna
nieuwe kerk neergezet. Na een tweede
brand in 1438 en een derde in 1552 werd
de kerk telkens hersteld en aangepast.
Men was toen al begonnen met het plaat
sen van de wereldberoemde glas-in-lood-
ramen, de Goudse Glazen. Na 1600 is het
uiterlijk van de kerk niet echt meer veran
derd. Bij de kerkrestauratie, die met een
onderbreking duurde van 1899 tot 1989,
verdwenen de tientallen huisjes die vanaf
1583 tegen de kerk aangebouwd waren.
Alleen het Zakkendragershuisje uit 1622
werd na sloop in 1904 herbouwd.
De steenhouwer Gregorius Cool (ca. 1570-
1629) is ook verantwoordelijk voor het
Lazaruspoortje, dat ooit toegang gaf tot
het Leprozenhuisje, elders in de stad. in
1964 werd het poortje weer opgebouwd op
zijn huidige plaats en geeft nu toegang tot
de Catharinatuin met de vele stoeppalen
en gevelstenen van verdwenen Goudse
bouwwerken.
Vanuit de tuin heeft men een goed zicht op
het grote complex van het Catharina Gast
huis. Het gasthuis opende zijn deuren aan
de Oosthaven al in de vroege veertiende
eeuw voor de opvang van passanten en
zieken. Het einde kwam in 1910 toen het
eerste echte ziekenhuis van Gouda ge-