de marechaussee, naar de COAK-school.
Daar werden zij gefouilleerd, waarbij enke
le dolken, messen en boksbeugels werden
aangetroffen en in beslag genomen. Daar
na gingen de bussen onder luid gezang
van de inzittenden naar kampen in het
noorden van Nederland.
De extra maatregelen werden daarna snel
ingetrokken. De politie en de marechaus
see rukten in en de resterende kampbewo
ners herkregen hun vrijheid. In de Grif-
fioenwijk werd ook alles weer normaal.
Evaluatie
De volgende dag, dinsdag, kwam contact
ambtenaar Van Baarsel al naar Middel
burg. Op het station ontmoette hij een
Ambonees uit Vught, die familie in Seroos-
kerke ging bezoeken. Deze man was ver
ontwaardigd over het optreden van sommi
ge Ambonezen in Middelburg. Hij vreesde
voor een slechte naam van de Molukkers
en voor afbreuk aan de zaak der Zuid-
Molukken.
Op het politiebureau sprak Van Baarsel
met enkele inspecteurs, die wilden weten
of het politieoptreden juist was geweest.
Het publiek en collega's uit andere plaat
sen verweten hen immers slap optreden
en vroegen zich af waarom er geen vuur
wapens waren gebruikt.
Van Baarsel had echter volkomen begrip
voor hun handelwijze. Als oud-KNIL-officier
kende hij de oosterse mentaliteit en wist hij
dat het gebruik van vuurwapens de Ambo
nezen mataglap (blind van razernij) zou
hebben gemaakt. Wanneer een van hen
gewond of gesneuveld zou zijn, zouden de
gevolgen niet te overzien zijn geweest.
Bovendien zou schieten op een druk ker
misterrein tot slachtoffers onder de burger
bevolking hebben geleid.
Van Baarsel bezocht ook het kamp aan de
Seisweg. Kampleider Brendgen verklaarde
dat hij elke avond, ook de afgelopen zon
dagavond, op het kermisterrein aanwezig
was geweest. Toen er weer rellen waren
uitgebroken had hij de politie geadviseerd
geen vuurwapens te gebruiken. Ook aan
de Seisweg was de toestand weer nor
maal. De oosterse vulkaan was tot rust
gekomen.
Van Baarsel sprak ook nog met enkele
burgers. Uit die gesprekken kwam naar
voren dat bepaalde jongelui tegenover de
Ambonezen een uitdagende houding had
den aangenomen, waarop andere jonge
ren de Ambonezen aanmoedigden dit niet
te pikken.
De incidenten in Middelburg leidden ook
tot vragen in de Eerste Kamer. Algra, van
de Anti-Revolutionaire Partij, wees erop
dat de regering voor een situatie als op
Walcheren gewaarschuwd was, maar geen
afdoende maatregelen had genomen. Hij
keurde de gebeurtenissen in Middelburg af
en vroeg om bestraffing van de daders.
Het speet hem dat de regering de zaak zo
had laten slepen. Minister Peters van Unie
zaken en Overzeese Rijksdelen erkende
dat het wenselijk was de vrijgezellenkam-
pen op te heffen en de bewoners in
gezinskampen onder te brengen. Het eerst
gebeurde dat met kamp Norg in Drenthe.
De vrijgezellen uit Middelburg werden na
de incidenten ondergebracht in gezins
kampen in het noorden van het land
(Ybenhaer bij Fochteloo, en Marum).
Kort daarop nam het eerste Ambonese
gezin zijn intrek in het kamp aan de Seis
weg. Het was dominee Lawalata met zijn
vrouw en elf kinderen. Dit was de eerste
aanzet tot meer variatie in de leeftijds
samenstelling van het kamp.