Gekraakt en gesloopt
De politieke onlusten aan het einde van de
achttiende eeuw gingen aan Westkapelle
niet voorbij. In 1795 bezetten de Franse
troepen Walcheren en werd er een vrij
heidsboom voor het stadhuis geplant. De
Westkappelse bevolking liet de ambachts
heer schriftelijk weten dat "de burgerij niet
meer van hem gediend wenschte te zijn."
De door hem opgelegde belastingen en
herendiensten wilde men, in deze periode
van strijd voor vrijheid en gelijkheid, kwijt.
Intussen was het in Westkapelle een druk
te van belang. Honderden soldaten werden
in het dorp gelegerd. In 1796 was het gar
nizoen zo groot dat er een hoofdofficier bij
kwam. Deze zocht voor zichzelf en voor
enkele anderen met een hogere rang een
geschikte woning. Het huis van de
ambachtsheer was op dat moment niet
bewoond, want hij verbleef op de buiten
plaats Duinvliet. Omdat men van hem
geen toestemming kreeg om zijn woning te
gebruiken, werd het pand 'gekraakt'.
Eind 1798 verkocht Veth van de Perre zijn
buitenplaats in Westkapelle "met derzelver
Heeren Huysing, Koetshuys, Stallingen,
Schuurtje en verderen Bouw, benevens de
Tuynen, Vijvers, Bosschen, Plantsoen en
Boomgaarden en annexe Zaaylanden." Het
huis van de ambachtsheer werd gesloopt.
Op deze plaats werd een nieuwe woning
gebouwd. De tuinen en bossen verander
den in bouw- en weiland.
Niet inbegrepen bij deze verkoop waren
onder andere "het tuynmanshuys en de
zomerkamer met de daar agter leggende
erve groot 54 roeden vroonland met de
muuren, waar het thans besloten is."
Nieuwe functie
Na de verkoop van het hof zal de tuinman
wel werkloos zijn geworden en het tuin
manshuis hebben verlaten. De woning
werd op 9 april 1799 door generaal Osté
als hoofdkwartier van het Franse garni
zoen aangewezen. Dit duurde waarschijn
lijk tot 1802, toen de Vrede van Amiens
werd ondertekend en de militairen uit het
dorp vertrokken. Thans is in het gebouw
op nummer 96 nog altijd een geweerrek
- vermoedelijk uit deze periode - aan de
muur aanwezig. De tijdelijke bestemming
zal het voormalige tuinmanshuis en de
zomerkamer geen goed hebben gedaan.
Het naastgelegen stadhuis, dat ook door
de militairen was gebruikt, werd volledig
verwaarloosd en deels geruïneerd achter
gelaten.
In 1810 werd Nederland ingelijfd bij Frank
rijk. De inwoners van Westkapelle werden
ingezetenen van het Franse rijk en moes
ten de Franse taal leren. Daarom werd er
in het dorp een Franse onderwijzer aange
steld. Een geschikte lokatie voor de Franse
school werd gevonden in de voormalige
tuinmanswoning. Het gebouw was ruim
genoeg om enkele klassen Westkappelse
kinderen de Franse taal te leren. Na het
vertrek van de Franse bezetter in 1814
werd het pand waarschijnlijk niet langer
gebruikt als school.
Het geslacht Van Doorn
Na het overlijden van ambachtsheer Veth
van de Perre in 1802 werd jonkvrouw
Adriana Wilhelmina Magdalena Schorer
eigenaresse van de heerlijkheid en dus
"vrouwe van Westcapelle". Zij trouwde in
1810 met Hendrik Jacob van Doorn, die na
haar overlijden de ambachtsheer werd.
Hun zoon Willem Frederik erfde de heer
lijkheid en kreeg de titel "baron van Doorn
van Westcapelle". Diens zoon, Hendrik