gedeeltelijk dichtgetimmerd. Op deze manier bracht Heine de winter door, naast zijn Engelse buren. Tegen het glint van de woning van Willem (A53) was op 1 novem ber een geallieerde tank gestrand en die bleef er zeker een half jaar staan. In de winter van 1945 werd begonnen met het dichten van de dijk en met de weder opbouw van het dorp. Dit bracht weer meer bewoners in het dorp en ook een enkele winkelier keerde terug. Kruidenier Lou Brasser kreeg toestemming van Willem Roelse om in zijn woonhuis te gaan wonen en een winkeltje te beginnen in het naastgelegen kamertje. Zo raakten alle woningen weer bewoond. Het bleef wel improviseren omdat de dijk nog niet dicht was en men moest leven met het tij. In het pand aan de Zuidstraat is, door zijn hoge ligging in het dorp, nooit zeewater gekomen en daardoor was het zeer geschikt voor bewoning. De vloedlijn was er wel vlak bij, slechts enkele meters van de achterdeur. De bewoners keken door de ramen aan de achterzijde van het gebouw zo het dijkgat in, en bij helder weer zagen ze de kust van Zeeuws-Vlaan- deren liggen. Goedgekeurd Zodra Willem Roelse de kans kreeg, werd het beschadigde huis A52 opgeknapt. Aan materiaal was geen gebrek, want het hele dorp lag vol met stenen en planken. Dat was bij de latere verbouwing van de woning in 1996 duidelijk te zien, want het keukendak bestond uit allerlei soorten planken in diverse kleuren verf. Doordat het gehele pand zo snel was gerepareerd, kwam het door de keuring heen die alle beschadigde huizen moesten ondergaan. Wanneer de beschadiging aan een gebouw te groot was of wanneer een pand niet in het herbouwplan van het dorp paste moest het namelijk worden gesloopt. Toen de dijk was gedicht en alle ruïnes waren geruimd, in 1946, was het grootste deel van het dorp een kale vlakte met hier en daar een huis dat het geweld had 'over leefd'. Het pand stond nu helemaal alleen, want alle naastgelegen huizen waren ver dwenen. Wederopbouw en huidige staat In 1946 kwam het dorp weer tot leven, want door de vele houten noodwoningen die werden gebouwd keerden de inwoners terug in Westkapelle. De wederopbouw van het dorp kwam snel op gang. Het werd in grote lijnen weer opgebouwd naar het vooroorlogse grondplan. Door de ligging van het voormalige dijkgat met de nieuwe dijk en de ontstane kreek onderging de zuidkant van het dorp een ware metamor fose. Ook het centrum van het dorp werd aan gepast. Een deel van de Zuidstraat werd verbreed in de vorm van een marktplein, waar ook het nieuwe gemeentehuis en de hervormde kerk werden gebouwd. Deze veranderingen vonden plaats in het gedeelte van de Zuidstraat tegenover het pand, zodat het aan het marktplein kwam te liggen. Het nieuwe adres van de drie woonhuizen werd nu Markt 92, 94 en 96. Eigenaar Willem Roelse woonde weer in zijn huis op nummer 96 en de andere twee huisjes waren weer verhuurd. Zo bleven de situatie en het uiterlijk van het gehele pand jaren onveranderd. Na het overlijden van Willem Roelse in 1979, erfde zijn enige dochter Neeltje Flipse-Roelse het gehele pand. Zij ging in het huis van haar vader wonen nadat het inwendig was verbouwd,

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 31