Heien Wat de huisvesting en het eten betreft waren we er wel iets op vooruitgegaan, maar het werk was een ander verhaal. Op het strand moesten zogenoemde Rommel- asperges aangebracht worden, vernoemd naar de roemruchte Duitse opperbevelheb ber, generaal Rommel. Het was een con structie van twee of drie in het zand gedre ven stammen in oplopende maat, waar langs een lange boomstam gemonteerd moest worden die schuin naar boven wees. Ze werden zodanig gesitueerd dat ze bij vloed vrijwel onder water kwamen te staan. Landingsboten zouden daardoor omslaan, zo was de (Duitse) bedoeling. Ook kon men er een mijn op monteren die zou ontploffen als een landingsboot tegen de 'asperge' zou aanvaren. Uiteraard ver onderstelde men dat landingen bij vloed zouden plaatsvinden, omdat de vijand zo dicht mogelijk bij de duinen zou willen ont schepen. Achteraf bekeken is het allemaal paniekvoetbal geweest. Het bouwen van deze stellages was onze taak: de stammen de grond in heien en daaraan met bouten de lange oplopende, wat dunnere stammen bevestigen. Dat heien kon alleen bij eb gedaan worden, zodat onze werktijden elke dag iets opschoven en er bijvoorbeeld ook in de voornacht bij maanlicht gewerkt moest worden, of soms héél vroeg in de morgen bij het ochtendgloren. Zeker als je moest werken bij nog maar net terugtrekkend water was het geen pretje. Je zakte steeds wat weg in het natte zand en je stond eigenlijk in modderig water. Het zoute water was een aanslag op je schoenen en het was ook koud. Sommigen werkten op blote voeten. De hei-installatie was bepaald geen voor beeld van hoogstaande techniek: een hoge houten driepoot met katrol en daarover een touw met het heiblok. Het trekeinde van het touw splitste zich in drie dunnere waaraan een dwarshout was bevestigd. Aan elk dwarshout stonden twee 'dwangar beiders'; we moesten met zes man tegelijk en goed op de maat het heiblok omhoog trekken en laten vieren. Zo werd de West- wall versterkt! Brandspuit Dat heien werkte echter niet als er zich onder het zand een leemlaag bevond. Zo'n laag is een verende spons en die duwt met dezelfde kracht terug. Dan was de oplos sing: eerst met een krachtige waterstraal de leemlaag doorboren en dan de boom stam erin. Het eerste materieel waarmee dat moest gebeuren, was de motorbrand spuit die van de gemeente gevorderd was. Maar nadat vader in een onbewaakt ogen blik wat zand in een vitaal onderdeel had gedeponeerd, was die spuit niet meer ope rationeel en moest er een vervangend toe stel komen. Dat kwam er ook. Er werd gezegd dat het een oude brandspuit was die uit het museum in Middelburg was gehaald. Een toestel dus dat sinds onheuglijke tijden alleen maar bedoeld was geweest om naar te kijken! Maar wat onze voorvaderen konden, dat moesten wij ook kunnen: met vier man aan de dwars houten, omhoog, omlaag, net zolang als nodig was om een gat in de leemlaag te forceren. Op de bevestigingspunten van staanders en liggers moesten, als de verticale stam men uiteindelijk in het zand stonden, gaten geboord worden. Dat deden we met hand boren met verlengde steei: zeker vijftig centimeter lang. Met twee handen aan het

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 36