tweejarige contract met Bruijer op zijn
einde loopt, moeten de scholarchen onder
zoeken in hoeverre de schoolhouder de
stad "nut en dienst" heeft gebracht. Het
onderzoek valt negatief uit en Bruijer wordt
"gedimitteerd" (weggestuurd).
Weer gaan de scholarchen op zoek naar
een opvolger. Al in maart 1738 wordt Jean
zen. Daarbij komt nog 30 turfgeld. Voor
het transport van zijn meubelen ontvangt
hij 25. Sogné en zijn vrouw beginnen op
1 mei 1745, maar ook zij blijven niet lang.
In januari 1755 rapporteren de scholar
chen dat hun bezoek aan de stadsschool,
het weesschooltje en de "kleinekinder
school" naar tevredenheid is verlopen,
Jeremias Dandiran uit Tiel gecontracteerd
om samen met zijn vrouw de kostschool te
runnen. Ze blijven zeven jaar. Na hun ver
trek brengt burgemeester Marinissen in de
raadsvergadering het "weder oprigten
eener Fransche school" te berde. Nog het
zelfde jaar wordt een overeenkomst aan
gegaan met Andreas Sogné uit Den Haag.
Zijn jaartraktement zal 250 bedragen. De
stad zorgt voor een schoolhuis (het tegen
woordige pand De Struys) en verder geniet
de meester vrijdom van alle stadsaccijn-
Plattegrond van de stad Veere, eind zeventien
de eeuw. Uit: Gnrgon, 'Walchersche Arkadia',
deel 1. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap,
Zelandia lllustrata, deel I, nr. 353)
maar dat het hoog tijd wordt dat er in
Veere weer een Franse kostschool komt.
Verschillende kinderen bezoeken nu elders
een dergelijk instituut, wat voor de ouders
extra kosten met zich meebrengt. Boven
dien kan Veere de financiële voordelen die
verbonden zijn aan de aanwezigheid van