Van de redactie Weer zo'n dik nummer! Laat ik maar met een beginnen met het introduceren van de artikelen en bijdragen in deze Wete, want ook dit nummer staat weer boordevol wetenswaardigheden over het Walcherse heem. In het eerste artikel beschrijft Tine Visser de geschiedenis van de Franse school in Veere. De oorsprong van Franse scholen in ons land is enerzijds te herleiden tot oude handelsscholen waar de taal van de handel (Frans) werd onderwezen, ander zijds tot scholen die eind zestiende, begin zeventiende eeuw door immigranten uit Frankrijk en Wallonië werden opgericht. De scholen evolueerden tot instituten voor algemeen voortgezet onderwijs, maar door het hoge schoolgeld waren ze alleen toe gankelijk voor kinderen uit welgestelde milieus. Floe dit allemaal in Veere is gegaan, kunt u in deze Wete lezen. L. Wisse uit Scherpenzeel (Gelderland) schreef een aantal verhalen over het leven in de Pekelinge, tussen Grijpskerke en Aagtekerke, in de jaren dertig van de vori ge eeuw. Het zijn behoorlijk anekdotische vertelsels. Een van die verhalen kunt u in deze Wete lezen. Het gaat over het leven op de boerderij van Jaap en Keetje: hard werken op het land, de opvoeding van de kinderen, de zorg voor de dieren en af en toe een 'incident' dat hilarisch afloopt. A.R. Koppejan uit Middelburg neemt ons mee naar een speeltuin. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw had ene Kees Joziasse een speeltuin aan de Veer- seweg in Middelburg. Deze kindervriend had voor de kinderen een waar speelpara- dijsje gemaakt, met een glijbaan, een kabelbaan, schommels enzovoorts. Dit jaar besteedt ook de HKW aandacht aan het cultureel themajaar van het kas teel en de historische buitenplaats. Oud redactielid Piet Minderhoud beschrijft de geschiedenis van de vroegere buitenplaats te Westkapelle, en dan in het bijzonder de tuinmanswoning. In het pand zijn later drie woonhuizen gemaakt. Het zijn bijzondere woningen, want ze hebben de inundatie en de oorlogshandelingen van 1944 goed doorstaan en ze vormen een van de zes beschermde monumenten in het dorp. Piet is de trotse eigenaar en bewoner van een van deze woningen. Traditiegetrouw besteden we in de okto- ber-Wete aandacht aan de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog op Walcheren. Na de uitgebreide aandacht ter gelegen heid van de herdenkingen van zestig jaar inundatie en bevrijding, vorig jaar oktober, publiceren we nu het verhaal van F.J.M. Pasteels uit Eindhoven. Hij beschrijft zijn ervaring als tewerkgestelde voor de Duit sers in 1944. Samen met zijn vader moest hij als 24-jarige naar Walcheren om daar voor de bezetter te werken. Vader en zoon Pasteels kwamen de vier weken durende dwangarbeidstijd goed door, en achteraf gezien viel het allemaal behoorlijk mee. In de vierdelige serie Walcherse weggetjes deze keer aandacht voor de Koekoeksweg tussen Aagtekerke en Meliskerke. L. Cornelisse schreef een klein verhaaltje over het zogenoemde mussengilde. Tegen woordig zie je de 'traditionele' huismus steeds minder, maar vroeger vormden ze soms een ware plaag. In steden en dorpen waren mussengilden actief. Voor elke inge leverde dode mus werd een klein bedrag uitbetaald. In Zeeland zijn er nog mussen- gilden in 's-Heer Abtskerke en Oosterland. Maar of deze gilden nog actief zijn... Frans van den Driest schrijft in 'Vadertje' over Willem Ie Sage, een rijke man die tot

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 4