Den Groote Abeele Groot-Abeele Een oude heerlijkheid bij Oost-Souburg In deze Wete hebben we weer een nieuwe vraag en u kunt de verslagen lezen van drie bijeenkomsten. U kunt zelf meewerken aan een succesvol le 35ste jaargang van De Wete. Onze por tefeuille is een eind leeg. We zouden graag weer interessante, spannende en indruk wekkende bijdragen van leden ontvangen. Dat mag over diverse onderwerpen, want het Walcherse heem is onuitputtelijk! Veel leesplezier. Leo Hollestelle Gem. Vlissingen Abeele is het plekje waar ik meer dan zeventig jaar geleden geboren ben. Lang heb ik gedacht dat er over Abeele niet veel te schrijven viel omdat er over het verleden van het plaatsje weinig bekend is. Maar na geruime tijd speuren kreeg ik zoveel infor matie, ook mijn persoonlijke herinneringen kwamen bovendrijven, dat ik zelfs genood zaakt werd me te beperken tot de voor naamste zaken. Geschikt om te wonen Zoals de titel al aangeeft was Abeele een oude heerlijkheid (letterlijk: gebied van een heer) aan de Oude Vlissingseweg tussen Middelburg en Oost-Souburg. Dominee Gargon, een historicus uit de achttiende eeuw, schrijft in zijn Walchersche Arkadia "Abeele is een oude heerlijkheid op zich- zelve geweest doch namaals geheel onder Oost-Souburg gebracht." Abeele is dus een zelfstandig dorpje geweest, net zoals West-Souburg en Hoogelande. Men neemt aan dat het dorp in de dertiende eeuw, ongeveer gelijktijdig met de meeste andere dorpen op Walcheren, is ontstaan. Dat is de periode waarin men het eiland Walche ren begon te beschermen tegen hoge watervloeden door het aanleggen van dijken. Omstreeks 1350 werd al melding gemaakt van een ridder Floris van den Abeele. Hij behoorde tot een adellijk geslacht dat ook een kasteel of slot op Abeele in bezit had. De naam Abeele is vermoedelijk afgeleid van het oud-Nederlandse woord 'abel', wat 'geschikt' of 'bekwaam' betekent. Het was dus, ook door de wat hogere ligging, een geschikte plaats om te wonen. Bij de inun datie van Walcheren in 1944 bleef de kern van Abeele, tijdens niet al te hoge vloe den, dan ook droog. Een andere historicus, J. ab Utrecht Dres- selhuis, schreef in de negentiende eeuw: "De naam deser buurt, thans onderschei den in den grooten en kleinen Abeele, is oud en van betekenis. Hij stamt kennelijk af van het nu verouderde woord Abel, dat is geschikt, bekwaam. Den Abeele (het habiele of bewoonbare) schijnt dus even-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 7