gereikt. Het plaatje had in het midden een rond gaatje om misbruik (bijvoorbeeld ver koop) tegen te gaan; dat gaatje had uiter aard wel een stigmatiserende werking. Werkloosheidsverzekering, Algemene Bij standswet, WAO en dergelijke bestonden nog niet. Had men geen werk, dan was men voor inkomen aangewezen op de steun van de overheid en/of op ondersteu ning door de diaconie van een kerk of door het Burgerlijk Armbestuur. Zij die een bepaald aantal weken steun hadden getrokken, mochten bij toerbeurt tijdelijk in de zogenoemde werkver schaffing voor een bescheiden inkomen werk doen. Het leverde ongeveer een gul den per week méér op dan de steun. Het ogenschijnlijk zinloze werk bestond uit het met een moker fijnslaan van stenen, het zogenoemde puinkloppen. Het puin werd in het kader van de werkverschaffing verwerkt bij de aanleg van verharde (wan delpaden. De wandelpaden op de Toren- wal en die op de dijk aan de overzijde van de haven, en ook het puinpad in het Smidswegje, zijn door werklozen aange legd. Ik schat dat er in Veere regelmatig vijftien tot twintig mannen in de werkver schaffing 'mochten' werken. Verplichte kerkgang, vernederende 'verho ren' en vooral zwiegen en jae knikken, maakten de mensen murw. Toen dan ook de welbespraakte domineeszoon Martien Beversluis zich tussen de groepjes werk lozen mengde en hen opruiend toesprak, stond zijn gehoor met open mond naar hem te luisteren. Beversluis was vanuit Amsterdam naar Veere gekomen. Hij was lid van de NSB. Het was voor hem in deze tijd niet zo moeilijk om werklozen te boei en. Hij kende de ideologieën van alle link se politieke -ismen (socialisme, communis me) en hij had kennelijk veel bijeenkom sten bezocht. Het optreden van Beversluis leidde alleen maar tot een nog grotere en vaak terechte ontevredenheid bij de men sen. Toen mijn vader als aannemer begin jaren dertig de gemeentelijke riolering in Veere moest aanleggen, was hij - voor zover ik mij kan herinneren - verplicht daarbij werkloze grondwerkers en ongeschoolden in te zetten. Aan de Oudestraat stond het Armhuis (het tegenwoordige Compas). Dit was eigen dom van het Burgerlijk Armbestuur. Hierin mocht een arm gezin, dat financieel in een uitzichtloze situatie verkeerde, wonen. Voor jonge werklozen organiseerde men bijeenkomsten in de bewaarschool (nu De Swaen), waar handenarbeid zoals figuur zagen kon worden beoefend. Al met al waren de jaren dertig een tijd waaraan door weinigen met vreugde kan worden teruggedacht. Twee joodse families Taytelbaum In Veere woonden vóór de Tweede Wereld oorlog twee joodse families met de naam Taytelbaum. Op de Markt woonde de huis arts Jacob Machiel Taytelbaum met zijn vrouw Blanche Taytelbaum-Levi, zoon Jochanan en dochter Mirjam. Dokter Taytelbaum was klein van stuk. Hij droeg een brilletje en een gleufhoed. Elke zaterdag ging de familie te voet naar de synagoge in Middelburg. In de gemeenteraadsvergadering van 22 januari 1930 werd Taytelbaum tot nieuwe gemeentearts benoemd als opvolger van de op 26 november 1928 overleden dokter Van der Hamme. Dokter Taytelbaum was een apotheekhoudende huisarts. Van hem heb ik als jongetje voor de eerste keer

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 12