Middeleeuwen ben ik maar een amateur
historicus en dit artikel is géén aanval op
de bestaande uitleg. Integendeel, aan het
eind van mijn zoektocht kom ik tot het
besluit dat de oude uitleg betere papieren
heeft. Maar gaandeweg is er toch heel wat
duidelijk geworden over de geschiedenis
van het landschap ter plaatse.
Zoetendaalse sprink
Het initiatief uit 1207 om de kerkgang van
bewoners van dit gebied te regelen werd
genomen kort nadat de graaf 250 gemeten
grond in Oostkapelle had geschonken aan
de Hollandse abdij Rijnsburg. Dat was ge
beurd in 1199 en 16 gemeten ervan lagen
helemaal tegen Serooskerks gebied aan,
mogelijk ten zuidwesten van de Oostkapel-
seweg, waar nu Klein Rijnsburg ligt.3 Tus
sen 1199 en 1213 polderde de abdij vanuit
dit territorium 100 gemeten land in, waarop
later de hoofdvestiging van Rijnsburg
kwam. Het nieuwe land reikte in het oosten
waarschijnlijk bijna tot de plek van de late
re boerderij Ter Meed Met de inpoldering
werd ook de waterhuishouding ter plaatse
anders ingericht.
Het grote gebied tussen Grijpskerke en
Oostkapelle moet lange tijd in noordwaart-
se richting hebben afgewaterd via de Zoe
tendaalse sprink, die nog in 1584 de
De vooroorlogse verkaveling in liet noordweste
lijke deel van Serooskerke, met de belangrijkste
waterlopen en hofsteden. Grijs: het blok van
Heype Jans.
hoofdwatergang werd genoemd. De uitweg
naar zee moet tussen Oostkapelle en
Serooskerke hebben gelegen en moet in
de loop van de tijd diverse keren veran
derd zijn. De Zoetendaalse sprink vormde
in later tijd de grens tussen Oostkapelle en
Serooskerke.
Laten we eens veronderstellen dat dat ook
oorspronkelijk zo was en even de 'oude'