oonden? Een ligging van een begraaf- aats aan de rand van het in cultuur ebrachte gebied was in de voorchristelijke d gebruikelijk. Dit terrein lag niet ver van :e zee, nog net op ouder land. In 1200, ng na de kerstening, was de plek mis- chien niet meer in gebruik maar kon nog el bekendstaan als 'de begraafplaats van erooskerke'. Ook de naam van de Kleine utweg zelf zou erop kunnen wijzen dat in leze omgeving een begraafplaats lag. Een an de betekenissen van 'put' is 'groeve' of graf' (in het Engels: pit). Maar ook dat is en gewaagde stelling: het kan ook ewoon een 'kerkhof' voor paarden zijn eweest. /elk gebied? e weg in kwestie komt ook voor in de atste zin van de oorkonde die het gebied iangeeft waarvan de bewoners voortaan Lewedamme, ook Leeuweiulamme genoemd. Hier loopt de Kleine Pntweg tegenwoordig voorlangs, door een diepte. (Foto Leo Holle- stelle) in Serooskerke mogen kerken: "...die wonen tussen het water dat E genoemd wordt en de voorschreven weg die, zoals gezegd, reikt tot de begraafplaats van het dorp Serooskerke." De E was een oude naam voor de Brouwerssprink die in 1566 nog werd gebruikt.12 Wanneer we aannemen dat die weg de Kleine Putweg was, dan moet wel het stuk weg noordelijk van Lewedamme naar Ter Mee bedoeld zijn. Met de E kan dan alleen het noordelijke deel van de Brouwers sprink bedoeld zijn, tussen Lewedamme en Huis Ter Mee. Het in 1207 overgegane gebied zou dan het blok geweest zijn dat grijs is op de kaart. In dat gebied moeten

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 29