Van de redactie t 9au 'tttwl Onlangs sprak ik met de voorzitter van de HKW, Karei Meertens, over De Wete. We constateerden dat het grote aantal leden van de kring voor het grootste deel komt doordat het tijdschrift de mensen aan spreekt. In de afgelopen 35 jaar is er eigenlijk nooit een lezersonderzoek gehou den. Bestuur en redactie vinden dat niet zo nodig. De reacties op de inhoud van De Wete zijn altijd wel positief en het aantal leden van de kring, en dus daarmee abon nees op De Wete, groeit elk jaar gestaag. Toch zouden we wel meer willen weten hoe u De Wete vindt: de inhoud, maar ook de 'mix' van de artikelen, de illustraties en de informatie over de activiteiten van de kring. De vorige Wete leverde onbedoeld een mini-lezersonderzoek op. Tientallen men sen herkenden de muzikant met zijn twee honden op de omslag van de januari- Wete. Per brief, e-mail, telefoon en via het Zeeuws Archief stroomden de reacties bin nen. Ook vertelden veel mensen waarom ze De Wete zo waarderen. Vooral mensen die niet op Walcheren wonen, de zoge noemde buitenheemse leden, gaven aan het blad zeer te waarderen. Het is voor hen een schakeltje met de omgeving waar ze zijn geboren en zijn opgegroeid. In de april-Wete van 2006 staan ook weer diverse bijdragen die de band met Walche ren verder versterken. We beginnen met een artikel van Jules Braat uit Vleuten. Hij is een buitenheems lid, maar zijn betrok kenheid met het Walcherse heem én met De Wete is erg groot. Hij publiceert dan ook regelmatig in ons blad. Deze keer schrijft hij over de ontspanning van de Duitse militairen tijdens de bezetting van Walcheren in de jaren 1940-'44. Naast de bewaking van het eiland en de 'onderdruk- king' van de bevolking was er voor hen ook ruime gelegenheid om zich te verma ken met muziek, toneel en film. De toepas selijke titel Bunter Abend geeft het onder werp goed weer. Daarna reizen we verder terug in de tijd, naar de jaren dertig in Veere. Deze jaren zijn bekend als de crisistijd. J.D. de Voogd behandelt drie onderwerpen uit die perio de: de werkverschaffing, de joodse familie Taytelbaum en de Veerse kermis. Een bijzonder verhaal is dat van J.A. Bal over zijn zestigjarige turnloopbaan. Als hij in 1965, na 42 jaar, afscheid neemt van de door hem opgerichte gymastiekvereniging Achilles, dan kijkt hij terug op een zeer intensief leven als leider-secretaris van deze vereniging. Je kunt stellen dat Bal een belangrijke rol heeft gespeeld in het sportleven van Middelburg in de twintigste eeuw. Zijn verhaal is ingestuurd door zijn dochter J.J. Geldof-Bal en bewerkt door de redactie. Daarna gaan we samen met Jan Zwemer héél ver terug in de tijd. Jan heeft zich ver diept in de middeleeuwse geografie van het gebied ten noorden van Serooskerke. Hij pakte een bestaande visie op over de situatie van het grensgebied tussen de ambachten Oostkapelle en Serooskerke in de vroege dertiende eeuw en ging op onderzoek uit. Hij stuitte bij zijn zoektocht op oude Middelnederlandse begrippen als 'tumet' en 'kene' en die vormen dan ook de titel van zijn artikel. Frans van den Driest probeert met de gezegden van Jan Vader altijd in te haken op de actualiteit. Deze keer is zijn insteek de groeiende armoede in ons land en de opkomst van voedselbanken (ook op Wal cheren) om de nood van de mensen te verlichten. Wist u dat in de negentiende

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 2