den 5den December aanstaande, van des middags te half twaalf tot twee uur. Zij her inneren daarbij dat de opbrengst dier col lecte uitsluitend bestemd is om aan hunne Bedeelden gedurende de Wintermaanden eenige verhooging van bedeeling te kun nen verschaffen. Zij meenen met het oog daarop en op grond van vroegere ervaring zich te mogen vleien, dat ook thans hun beroep op milddadigheid hunner Medele den niet vergeefs zal zijn." Op 9 december 1866 werd een opbrengst van 2.077,90 in de Middelburgsche Courant bekendge maakt. Het jaar ervoor was de opbrengst voor dit doel 2.017,111/2. De diakenen van de Evangelisch-Lutherse gemeente in Middelburg berichtten in de Middelburg sche Courant van 2 december 1866 "met hartelijke dankbaarheid" dat de jaarlijkse collecte ten behoeve van de armen 261,68 had opgebracht. "Met den oprechtsten dank" maakte het Parochiaal Armbestuur der R.K. Gemeente in Middel burg in de Middelburgsche Courant van 23 december 1865 de opbrengst bekend van de jaarlijkse collecte. Deze was 247,831/2. Het Armbestuur der Neder- landsche Israëlitische Hoofdsynagoge meldde in de Middelburgsche Courant van 17 januari 1867 "aan de milde gevers" een opbrengst van 318,40. Vanwege het grote aantal armen zal de extra bedeling niet veel voorgesteld heb ben.Ondanks alle goede bedoelingen van de instellingen lukte het deze niet de armen van Middelburg van het bedelen af te houden. Zo werkte Karei Heibers, koop man te Middelburg, in de maanden oktober en november 1865 als lantaarnopsteker. Na zijn ontslag deed hij het voorkomen alsof hij dat beroep nog steeds uitoefende. Op nieuwjaardag 1866 had hij als lan taarnopsteker, buiten de Sint Geertruids- barrière, op verschillende adressen om een nieuwjaarsgift gevraagd. Hij had in totaal vijfentwintig centen ontvangen. Bij verstek werd hij schuldig bevonden aan oplichting door zich uit te geven als lan taarnopsteker en "zich zoo meester had gemaakt van een anders vermogen". De geringe waarde van de giften en de armoede van de beklaagde golden als ver zachtende omstandigheid. Heibers werd veroordeeld tot acht dagen gevangenis straf en betaling van de proceskosten. Kaatje van Leeuwarden, oud 52 jaar, zon der beroep, werd veroordeeld tot drie dagen gevangenisstraf omdat zij op 5 maart 1866 aan verschillende personen in Oost- en West-Souburg om een aalmoes had gevraagd. Van drie inwoners had ze een cent gekregen. Dirk Bimmel, oud 34 jaar, arbeider van be roep, had op 4 januari 1867 aan de woning van N. Aarnoutse en C. Wielemaker in Koudekerke om een kleinigheid gevraagd. Hij werd schuldig verklaard aan bedelarij. Als verzachtende omstandigheden golden zijn bekentenis en zijn armoedig bestaan. Hij werd veroordeeld tot een dag gevange nisstraf en het betalen van de proceskos ten. Maria van Munster, oud 55 jaar, Christina Zegers, oud 28 jaar en Elizabeth Gaston, oud 27 jaar, kwamen er minder goed van af. Ze hadden zich op 5 februari 1867 voor de woning van J. de Wit in Grijpskerke "in een bedelende houding vertoond" en had den een aalmoes ontvangen. Bij verstek Rechts: in de 'Middelburgsche Courant' van 13 oktober 1855 wordt melding gemaakt van het goede werk dat wordt gedaan voor de armen en minvermogenden in de stad.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 36