en de Penninghoek. Vermoedelijk heeft het
vroeger uit twee huizen bestaan, want het
had nog een tweede ingang aan de Pen
ninghoek. Het huis werd gehuurd van Pie-
ternella Schout. Na haar dood in 1959
kocht Smolders het van haar erfgenamen.
Nadat zijn moeder was opgenomen in het
bejaardenhuis Sint Willibrord, bleef David
Venray werd verpleegd, bij zich in huis. De
vroegere buurtbewoners zullen zich hen
nog goed weten te herinneren, want in de
wintermaanden stookten ze in de kachel
oude autobanden, en dat veroorzaakte in
de straat een geweldige stankoverlast. De
banden kregen ze van de nabijgelegen
garage De Klerk op de Vlasmarkt. Nadat
alleen achter. In die tijd kon je hem 's
avonds vaak tegenkomen in café De Mug
op de Vlasmarkt, waar hij zijn vrienden en
kennissen ontmoette. Hij kwam toen ook in
diverse andere cafés, onder andere Het
Zwarte Schaap in de Herenstraat. Zijn
honden kregen een bak water onder tafel
en hijzelf zat rustig aan een tafeltje. Veel
mensen die reageerden, herinneren zich
dat hij maar één hond bij zich had.
Om weer gezelschap te hebben haalde
Smolders na verloop van tijd zijn broer
Cor, die in de psychiatrische inrichting te
ze in stukken waren gesneden, werden ze
opgestookt en zo kwamen de gebroeders
goedkoop de winter door.
David Smolders is straatmuzikant gewor
den omdat hij door een handicap geen
ander werk kon vinden. Al op jeugdige
leeftijd was hij onder de elektrische tram
Middelburg-Vlissingen gekomen toen hij
daar op wilde springen en missprong,
waardoor zijn onderbeen werd verbrijzeld.
In het ziekenhuis volgde toen amputatie.
Behalve een kunstbeen had hij ook een
"houten poot", zoals hij die prothese noem