ie, een houten stomp voorzien van een rubberdop. Om zijn handicap te accentue- len droeg hij die altijd 's zomers in de hoop dat het publiek hem meer geld zou geven. Zoals op de foto te zien is, had iedere hond aan zijn halsband aan elke kant een bus waar de toeristen geld in konden stop pen. Smolders had geen specifieke plek in iemand op. Was het geen markt, dan droeg Smolders een prothese met een normale schoen eraan en zag je niet dat hij invalide was. Zijn banjospel was niet echt virtuoos te noemen en de meeste mensen die rea geerden vertelden dat ze hem eigenlijk nooit hebben horen zingen. Toch was zijn iddelburg, maar zocht de plaatsen op aar veel publiek was. Op donderdag, dens de weekmarkt, was hij vaak op de arkt te vinden en stond hij op de kop van de kramen ter hoogte van De Huifkar. Er 1 ond daar ook een ijswagen van Jansen, et cafetaria uit de Noordstraat. Wanneer molders op de Markt stond te spelen had hij zijn houten poot aan, met de zwarte ibberdop aan de onderkant. De poot stak onder zijn 'hoogwaterbroek' uit en was eed zichtbaar. Waarschijnlijk deed hij dat om daarmee medelijden te wekken en zo de opbrengst te verhogen, zo merkte Het vroegere woonhuis van David Smolders, hoek Simpelluiisstraat-Penninghoek. (Foto Leo Hollestelle) verschijning een leuk gezicht. De honden droegen aan hun tuig busjes waar het geld in kon worden gestopt en wanneer dat gebeurde boog Smolders heel beleefd of stopte met spelen en bedankte voor de gift. Hij bleef vaak aan de deur van bijvoor beeld een winkel staan, gaf een riedel op de banjo, riep vervolgens "asjeblief" en liet zijn hond naar binnen om de centen te incasseren.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 41